3.2 Wat levert het op?

Hfst 3.2 MAVO leerjaar 4
Voorkennis:
Aan het einde van de Les.....
  • Je kunt de omzet, brutowinst en het nettoresultaat berekenen.
  • je kunt uitleggen waarom arbeidsproductiviteit belangrijk is en hoe die kan verbeteren
  • je kunt uitleggen hoe de productiecapaciteit van een bedrijf kan stijgen
  • je kunt uitleggen hoe bedrijven bij hun productie rekening kunnen houden met mens en milieu
Planning:
intro
zelfstandig werken
To do:
opg: 1 t/m 10
nakijken
herhalingsopdrachten 8-13 
(blz 92) of plusopdrachten 
6 t/m 8 (blz 94)
Formatieve toets 3.2 Lesson-up


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hfst 3.2 MAVO leerjaar 4
Voorkennis:
Aan het einde van de Les.....
  • Je kunt de omzet, brutowinst en het nettoresultaat berekenen.
  • je kunt uitleggen waarom arbeidsproductiviteit belangrijk is en hoe die kan verbeteren
  • je kunt uitleggen hoe de productiecapaciteit van een bedrijf kan stijgen
  • je kunt uitleggen hoe bedrijven bij hun productie rekening kunnen houden met mens en milieu
Planning:
intro
zelfstandig werken
To do:
opg: 1 t/m 10
nakijken
herhalingsopdrachten 8-13 
(blz 92) of plusopdrachten 
6 t/m 8 (blz 94)
Formatieve toets 3.2 Lesson-up


Slide 1 - Tekstslide

Zet bij iedere productiefactor het juiste voorbeeld
Kaptitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Bomen voor papierfabricage
Docenten op school
Eigenaar van een sportschool
Lasrobots in een autofabriek

Slide 2 - Sleepvraag

Een broek heeft een consumentenprijs van € 59,95.
Het btw-tarief is 21%.
Bereken de verkoopprijs van de broek.

Slide 3 - Open vraag

Omzet - brutowinst - nettoresultaat
Omzet (verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je voor de verkoop van goederen of diensten ontvangt.


Brutowinst = omzet – inkoopwaarde


Nettoresultaat (winst of verlies) = brutowinst – bedrijfskosten


Slide 4 - Tekstslide

Omzet - brutowinst - nettoresultaat
Voorbeeld:

Omzet
€ 960.000 
Inkoopwaarde
€ 525.000
Brutowinst
€ 435.000
Bedrijfskosten
€ 265.000
Nettoresultaat
€ 170.000 = winst

Slide 5 - Tekstslide

Meer productie per persoon
  • Arbeidsproductiviteit = productie per persoon in een bepaalde tijd.

Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • technologische ontwikkelingen (automatisering en mechanisering)
  • betere arbeidsverdeling (ieder zijn eigen specialisatie)
  • scholing
  • prestatiebeloning



Slide 6 - Tekstslide

Berekening arbeidsproductiviteit

Slide 7 - Tekstslide

Een fabrikant van fietsen produceert 650.000 fietsen per jaar. Er werken veertig mensen.
Bereken de arbeidsproductiviteit per week.

Slide 8 - Open vraag

Productie capaciteit
Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.



Slide 9 - Tekstslide

Productie capaciteit
De productiecapaciteit hangt af van:
  • het aantal mensuren dat in het bedrijf wordt gewerkt
  • de kapitaalgoederen die worden gebruikt
  • 100% productiecapaciteit benut is
  • alle mensen + kapitaalgoederen (machines) volledig ingezet





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Bereken met hoeveel procent de productiecapaciteit bij Pfizer is toegenomen ten opzichte van het oorspronkelijk doel. Rond af op één decimaal.

Slide 12 - Open vraag

MVO
Veel bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo): ze houden rekening met de gevolgen van hun productie voor mens en milieu

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

People, Planet, Profit
Voordelen van productie noem je maatschappelijke opbrengsten.

Productie heeft ook maatschappelijke kosten (negatieve gevolgen). Bijvoorbeeld:
  • milieuvervuiling
  • geluidsoverlast







Slide 15 - Tekstslide

People, Planet, Profit

Slide 16 - Tekstslide