clase 11

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es ...
1 de octubre de 2024
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a tu clase de español!
Hoy es ...
1 de octubre de 2024

Slide 1 - Tekstslide

El programa
  • Repaso y los Scenarios
  • Pretérito Perfecto
  • 'Blooket'

Slide 2 - Tekstslide

Scenarios y verbuga

www.verbuga.eu/Esmi
Kies de volgende werkwoorden in de presente
venir      cerrar      jugar
dormir           ir          tener   
ser          estar      hacer

Slide 3 - Tekstslide

1.Wat is de pretérito perfecto?
2.Hoe vorm je de pretérito perfecto?
3. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?

Leerdoelen:

Aan het eind van de les weet je hoe je kunt vertellen wat je 
hebt gedaan




Pretérito Perfecto

Slide 4 - Tekstslide

Pretérito Perfecto

Slide 5 - Tekstslide

Pretérito perfecto

Slide 6 - Tekstslide

Pretérito perfecto/voltooid tegenwoordige tijd.
VIAJAR -> ELLA
A
viaja
B
ha viajado
C
viajan
D
han viajado

Slide 7 - Quizvraag

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -ar, dan krijg je stam + ___
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je "ik heb de pretérito perfecto geleerd"?
A
he aprendido el pretérito perfecto
B
Ha aprendido el pretérito perfecto
C
Has aprendido el pretérito perfecto
D
He aprendiedo el pretérito perfect

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de volgende zijn Pretérito perfecto? Meerdere keuzes mogelijk.
A
Ayer hice mi tarea en la tarde.
B
Esta mañana he hablado con la profe
C
Recientemente he leído muchos libros
D
Yo nací en Aruba en el año 1994.

Slide 10 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 11 - Quizvraag

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -er of -ir, dan krijg je stam + ____
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 12 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van vivir, ellos
A
viven
B
han vividos
C
ha vivido
D
han vivido

Slide 13 - Quizvraag

El pretérito perfecto: Estudiar (ellas)
A
Ha estudio
B
Han estudiado
C
Hemos estudiar
D
Habéis estudiado

Slide 14 - Quizvraag

Pretérito perfecto: Viajar (ella)
A
viaja
B
ha viajado
C
ha viajada
D
han viajado

Slide 15 - Quizvraag

Wat is ook alweer de Préterito Perfecto?
A
Toekomst
B
Voltooid deelwoord
C
Verleden tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 16 - Quizvraag

Het hulpwerkwoord bij de pretérito perfecto is:
A
Tener
B
Querer
C
Haber
D
Saber

Slide 17 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van hablar, ella
A
he hablado
B
ha hablar
C
ha hablado
D
habla

Slide 18 - Quizvraag

Juiste vorm van pretérito perfecto van werken: "je hebt gewerkt"
A
hemos trabajada
B
ha trabajado
C
he trabajado
D
has trabajado

Slide 19 - Quizvraag

El pretérito perfecto van "comer" - ze heeft gegeten"
A
ella he comido
B
el ha comido
C
ella has comido
D
ella ha comido

Slide 20 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet bij de pretérito perfecto
A
esta mañana
B
ayer
C
este mes
D
hoy

Slide 21 - Quizvraag

Trabajamos
 Werkblad onregelmatige werkwoorden
Página 65: 4 & 5

Slide 22 - Tekstslide

Deberes: 
Página 65, Ejercicio 4 & 5 + Werkblad

Slide 23 - Tekstslide