Grammatica woordsoorten H4 2V

Vandaag
- Terugblik
- Voorkennis
- Uitleg grammatica woordsoorten H4
- Aan de slag
- Afsluiting
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Terugblik
- Voorkennis
- Uitleg grammatica woordsoorten H4
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

"Tijdens de toetsweek hebben we geen gewone lessen."

Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 2 - Quizvraag

Is onderstaande zin een enkelvoudige of samengestelde zin?

Zorg voor warme kleren als je in het bos loopt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 3 - Quizvraag

Welke combinatie kan niet?
A
Hoofdzin + bijzin
B
Hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + bijzin
D
Bijzin + hoofdzin

Slide 4 - Quizvraag

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
bijzin, hoofdzin
C
hoofdzin, bijzin
D
bijzin, bijzin

Slide 5 - Quizvraag

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Mila de oven aan.
A
hoofdzin, bijzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
bijzin, hoofdzin

Slide 6 - Quizvraag

De meeste voetbalkenners twijfelen eraan of Nederland ooit wereldkampioen wordt.

Wat is de structuur van deze samengestelde zin?
A
{hoofdzin} + {hoofdzin}
B
{(bijzin) + hoofdzin}
C
{hoofdzin + (bijzin)}
D
weet ik niet

Slide 7 - Quizvraag

Deze meneer beweert dat hij niet door rood reed.

Wat is de structuur van deze samengestelde zin?
A
{hoofdzin} + {hoofdzin}
B
{(bijzin) + hoofdzin}
C
{hoofdzin + (bijzin)}
D
weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer u een krokante pizzabodem wilt, moet u de oven voorverwarmen.

Wat is de structuur van deze samengestelde zin?
A
{hoofdzin} + {hoofdzin}
B
{(bijzin) + hoofdzin}
C
{hoofdzin + (bijzin)}
D
weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Wat weet je al?
Voegwoorden

Slide 10 - Woordweb

Uitlegvideo NN

Slide 11 - Tekstslide

Vragen?

Slide 12 - Open vraag

Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen zijn:
A
nevenschikkende voegwoorden
B
onderschikkende voegwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Welke bewering is waar?
A
Een voegwoord kan een woord verbinden met een woordgroep.
B
Er zijn meer nevenschikkende voegwoorden dan onderschikkende voegwoorden.
C
Onderschikkende voegwoorden verbinden twee hoofdzinnen met elkaar.

Slide 14 - Quizvraag

De voegwoorden en, maar, want en of kunnen ook bij een onderschikking voorkomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Piet wil yoghurt en vla, maar dat mag niet.
Hoeveel voegwoorden staan er in bovenstaande zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 16 - Quizvraag

- Dus, en, maar, of, want - zijn nevenschikkende voegwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
- Maak grammatica woordsoorten H4 (en grammatica zinsdelen H4 als je dat nog niet af hebt).
- Vragen? Steek je vinger op. Dan kom ik je helpen.
Dit is huiswerk voor volgende week dinsdag. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 19 - Open vraag