4.5 geheel berekenen

Wat is de vermenigvuldigingsfactor?
A
omzetten naar een kommagetal
B
omzetten naar een breuk
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is de vermenigvuldigingsfactor?
A
omzetten naar een kommagetal
B
omzetten naar een breuk

Slide 1 - Quizvraag

Doel

  1. Je kunt van een deel naar geheel rekenen.
  2. Je kunt van een deel naar een geheel rekenen met percentages boven de 100.

Slide 2 - Tekstslide

Van een deel naar een geheel
O




Of                                     Deel : vermenigvuldigingsfactor

Slide 3 - Tekstslide

1 % regel = terug rekenen naar 1
1. Hoeveel % is het getal?
2. Delen door dit percentage
3. Hoeveel % wil ik weten?
4. Vermenigvuldigen met dit percentage
vb. Ik weet dat 95 cm 150 % is. Ik wil 125% weten
95 delen door 150 = (nu heb ik 1 %) maar ik wil 125 % weten dus vermenigvuldig ik met 125.   som=     95 : 150 x 125 = 79,17

Slide 4 - Tekstslide

Op de aankoop van een printer krijg je 26% korting. Omgerekend is dit € 78,- korting. Bereken de oude prijs van de printer.

Slide 5 - Open vraag

Een kledingketen heeft verschillende vestigingen in Nederland. Op de vestigingen in Amsterdam werken 66 personeelsleden. Dit is 8,25% van het totale aantal werknemers. Hoeveel werknemers werken er totaal?

Slide 6 - Open vraag

Deel naar geheel boven 100%
Er zijn situaties waarbij je van het deel terugrekent naar het geheel en het percentage boven de 100 uitkomt.
Op de aankoop van een espresso machine krijg je 14% korting. Omgerekend is dit € 75,46 korting exclusief btw. Bereken de oude prijs van de espresso machine inclusief 21% btw.

 

1. Eerst reken ik de oude prijs zonder btw uit.
Dit doe ik met de som
75,46 : 14 x 100 = 539
De oude prijs zonder btw is € 539,-.

2. Vervolgens reken ik de prijs inclusief btw uit.
Dit doe ik met de som
539 x 1,21 = 652,19
De oude prijs inclusief btw is € 652,19.

Slide 7 - Tekstslide

Voor een vlucht naar Italië is een week van tevoren 90% van het aantal zitplaatsen geboekt. Dit zijn 225 passagiers. Bij het inchecken blijkt dat er 6% meer zitplaatsen zijn verkocht dan er in het vliegtuig aanwezig zijn. Hoeveel passagiers kunnen niet mee met de vlucht?

Slide 8 - Open vraag

Antwoord
225 pass. = 90%
deel : percentage x 100
225 : 90 x 100 = 250
Er zijn dus in totaal 250 plekken
Er is 6% te veel verkocht
250 : 100 x 6= 15

Slide 9 - Tekstslide

4.5 Geheel berekenen

Slide 10 - Tekstslide