Grammatica zinsdelen H3

Grammatica H3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica H3

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 30-03
Bespreken opdracht 10, 14, 15, 16
M. instapopdracht online (opdracht 1, 3.7). Max. 15 min.
Uitleg bedrijvend of lijdend 
M. opdracht 3 en 4

Slide 2 - Tekstslide

Donderdag 1 april
Nakijken instapopdracht
Uitleg bedrijvend of lijdend 
M. opdracht 3 en 4

Slide 3 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt      onderwerp

Slide 4 - Tekstslide

DOEL:
Aan het einde van de les kunnen jullie een zin in de lijdende vorm omzetten naar een bedrijvende vorm.

Slide 5 - Tekstslide

bedrijvende en lijdende vorm
Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm. 
In de bedrijvende vorm doet het onderwerp iets in de zin; het onderwerp is bedrijvig
In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets; het onderwerp lijdt

Slide 6 - Tekstslide


Hier doet het onderwerp actief iets!
Iemand doet dus iets!  

1. De juf kijkt het huiswerk van de leerlingen na.


2. De juf heeft het huiswerk van de leerlingen nagekeken.




Hier ondergaat het onderwerp een handeling.
Iets wordt door iemand gedaan! 

1. Het huiswerk van de leerlingen wordt door de juf nagekeken. 

2. Het huiswerk van de leerlingen is door de juf nagekeken.




Bedrijvende vorm (actief)
Lijdende vorm (passief)

Slide 7 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 8 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.
  • De hond is het onderwerp
  • De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
  • Lijdend of passief

Slide 9 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt       onderwerp
2. persoonsvorm           wordt        worden + volt.dw

Slide 10 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt       onderwerp
2. persoonsvorm           wordt        worden + volt.dw
3. onderwerp                   wordt        'door ...'

Slide 11 - Tekstslide


Omzetten lijdend->bedrijvend

  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 12 - Tekstslide

Zet in de lijdende vorm:
De graafmachine vernielt de elektriciteitsleiding.

Slide 13 - Open vraag

Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisterden veel naar klassieke muziek.







Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisteren veel naar klassieke muziek.

Slide 14 - Open vraag

Zet in de bedrijvende vorm:
De zak snoep wordt gekocht door Linda.

Slide 15 - Open vraag

Zet in de bedrijvende vorm
De regels zijn door de kinderen meteen geaccepteerd.

Slide 16 - Open vraag


Zet deze zin in de bedrijvende vorm:
De uitnodiging wordt door Arjan geschreven.

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag!
M. opdracht 3 en 4

Slide 18 - Tekstslide

Dinsdag 6 april
Terugblik lijdend en bedrijvend
Opdracht 3 en 4 nakijken
M. opdracht 6 en 10, par. 3.7 (online!)
In LessonUp: vul de laatste twee slides in van grammatica zinsdelen h3

Slide 19 - Tekstslide

Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en bedrijvende vorm en ik kan zinnen herschrijven van de ene naar de andere vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Dit vind ik nog lastig:

Slide 21 - Open vraag