Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is gebeurd.
Voltooid deelwoord begint met een voorvoegsel: ge-, ver-, be-, er-, her-, ont-
Een voltooid deelwoord eindigt op -d, -t of -en.
Verduisterde - Ik heb verduisterd
Pakte - Ik heb dat gepakt
kocht - Ik heb gekocht