poëzie les 7: Verzetspoëzie

timer
15:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie
Doel: ik kan een gedicht analyseren

Doel: ik weet kenmerken van verzetspoëzie

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
  • Open je boekje op blz. 24.
  • Maak daarop een overzicht van alle begrippen die je nog kent in een mindmap, schema of woordweb.


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Jan Campert
  • Werd opgepakt en gedeporteerd naar Neuen-
        gamme waar hij stierf.
  • Verzetspoëzie kun je vergelijken met de geu-
       zenliederen als het Wilhelmus: vrijheidsstrijd, 
       liederen om te bemoedigen.
  • Illegaal verspreid; ontstaan Trouw, Vrij Nederland, Parool.

Slide 5 - Tekstslide

Anna Enquist
  • Gedichten, proza
  • Psychotherapeut
  • Weet veel van muziek, piano
  • Gedichten: haar kinderen
  • Verandering en vergankelijkheid
  • Ontroostbaarheid van het bestaan

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees de twee gedichten zelf eerst even door. 
  • Waar gaan ze over?
  • We bespreken ze daarna samen.



timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
  • De groepjes presenteren hun bevindingen.
  • Schrijf mee. Denk daarbij aan alle theorie die we tot nu toe gehad hebben (metrum, rijmschema’s, strofevormen, interpretatie, beeldspraak, stijlfiguren)



Slide 8 - Tekstslide

De achttien dooden
  • Zeven achtregelige strofen met gekruiste rijm. Alleen de eerste abcb.
  • Metafoor: stuk grond (graf)
  • Personificatie? morgenlicht draalt
  • Eufemisme: heenga (doodgaan)
  • Niet hele persoonlijke of nieuwe beeldspraak: voor zoveel mogelijk Nederlanders herkenbaar.

Slide 9 - Tekstslide

De achttien dooden
GEschreven naar aanleiding van fusilleren achttien gijzelaars op 13 maart 1941. Een van de gijzelaars aan het woord Legt uit hoe klein de dodencel is, maar kleiner nog zal het graf zijn. Weet dat ze de avond niet zullen halen. Gedachte vrije lucht en land door de Duitsers onder de voeten gelopen. Wat moest hij anders dan in verzet komen? 
Vergelijkt Hitler met een rattenvanger die met zijn liedjes het Duitse volk meelokte in zijn machtshonger.
Laatste strofe: afscheid van het leven. Gods steun en genade vragen.



Slide 10 - Tekstslide

Hoe lieflijk
  • rijm: strofe 1 ij-klank, gras, grijs, geurt, lied welt als water, roepen en ranselen, stappen, stenen, straten, laten en lokken, zingt en zoete, strijkstokken strelen etc. Enjambement: ruiter/verdwijnt, stenen/straten etc.
  • Personificaties: klokken roepen, strijkstokken strelen, pauk slaat, etc.
  • Vergelijking: lied welt als water, strelen als zwepen, lichaam als ander
  • Metafoor: slaat tijd aan stukken (stop tijd)
  • Eerste strofe lieflijk, tweede onheil, verdriet, derde strofe troosteloosheid


Slide 11 - Tekstslide

Hoe lieflijk
  • Metafoor: slaat tijd aan stukken (stop tijd)
  • Eerste strofe lieflijk, tweede onheil, verdriet, derde strofe troosteloosheid


Slide 12 - Tekstslide

Hoe lieflijk
Dodenherdenking - ontroostbaarheid

Eerste strofe nog lieflijk beeld: avond in mei, natuur
Tweede strofe: onheil, grote verdriet van WO2
Derde strofe: grote troosteloosheid
Titel: nogal wrang

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
Waarom gebruikt men verzetspoëzie?

Slide 14 - Tekstslide