poëzie les 7

Poëzie
Doel: ik kan een gedicht analyseren

Doel: ik weet kenmerken van verzetspoëzie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
Doel: ik kan een gedicht analyseren

Doel: ik weet kenmerken van verzetspoëzie

Slide 1 - Tekstslide

Opzet
  • Doornemen van de theorie aan de hand van voorbeelden/ zelf de opdrachten doorwerken

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak een overzicht van alle begrippen die je nog kent in een mindmap, schema of woordweb.


timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Jan Campert
  • Werd opgepakt en gedeporteerd naar Neuengamme waar hij stierf.
  • Zoon Remco was toen dertien. In 1983 schreef hij een gedicht over vader dat hij opdroeg aan zijn moeder.
  • Verzetspoëzie kun je vergelijken met de geuzenliederen als het Wilhelmus: vrijheidsstrijd, liederen om te bemoedigen. Illegaal vespreid; ontstaan Trouw, Vrij Nederland, Parool.

Slide 4 - Tekstslide

Anna Enquist
  • Gedichten, proza
  • Psychotherapeut
  • Weet veel van muziek, piano
  • Gedichten: haar kinderen
  • Verandering en vergankelijkheid
  • Ontroostbaarheid van het bestaan

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
  • Schrijf op wat je allemaal opvalt aan de gedichten van Van Campert en Enquist. Denk daarbij aan alle theorie die we tot nu toe gehad hebben ( rijmschema’s, strofevormen, interpretatie, beeldspraak, stijlfiguren)
  • Overleg zachtjes
  • We bespreken ze daarna samen



timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

De achttien dooden
  • Zeven achtregelige strofen met gekruiste rijm. Alleen de eerste abcb.
  • Metafoor: stuk grond (graf)
  • Personificatie? morgenlicht draalt
  • Eufemisme: heenga (doodgaan)
  • Niet hele persoonlijke of nieuwe beeldspraak: voor zoveel mogelijk Nederlanders herkenbaar.

Slide 7 - Tekstslide

De achttien dooden
GEschreven naar aanleiding van fusilleren achttien gijzelaars op 13 maart 1941. Een van de gijzelaars aan het woord Legt uit hoe klein de dodencel is, maar kleiner nog zal het graf zijn. Weet dat ze de avond niet zullen halen. Gedachte vrije lucht en land door de Duitsers onder de voeten gelopen. Wat moest hij anders dan in verzet komen? 
Vergelijkt Hitler met een rattenvanger die met zijn liedjes het Duitse volk meelokte in zijn machtshonger.
Laatste strofe: afscheid van het leven. Gods steun en genade vragen.



Slide 8 - Tekstslide

Hoe lieflijk
  • rijm: strofe 1 ij-klank, gras, grijs, geurt, lied welt als water, roepen en ranselen, stappen, stenen, straten, laten en lokken, zingt en zoete, strijkstokken strelen etc. Enjambement: ruiter/verdwijnt, stenen/straten etc.
  • Personificaties: klokken roepen, strijkstokken strelen, pauk slaat, etc.
  • Vergelijking: lied welt als water, strelen als zwepen, lichaam als ander
  • Metafoor: slaat tijd aan stukken (stop tijd)
  • Eerste strofe lieflijk, tweede onheil, verdriet, derde strofe troosteloosheid


Slide 9 - Tekstslide

Hoe lieflijk
  • Metafoor: slaat tijd aan stukken (stop tijd)
  • Eerste strofe lieflijk, tweede onheil, verdriet, derde strofe troosteloosheid


Slide 10 - Tekstslide

Hoe lieflijk
Dodenherdenking - ontroostbaarheid

Eerste strofe nog lieflijk beeld: avond in mei, natuur
Tweede strofe: onheil, grote verdriet van WO2
Derde strofe: grote troosteloosheid
Titel: nogal wrang

Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
Waarom gebruikt men verzetspoëzie?

Slide 12 - Tekstslide