HC Duitsland in Europa Paragraaf 1 Opkomst van het Derde Rijk (1918 - 1945)

HC 2, Duitsland in Europa 1918-1991
Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HC 2, Duitsland in Europa 1918-1991
Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je antwoord geven op de volgende vraag:

"Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?"

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Interbellum


  • Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke afspraken stonden er allemaal in het verdrag van Versailles m.b.t. Duitsland?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Versailles 

  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

  • Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919) - Parlementaire Democratie 

  • Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (Republiek van Weimar)
Het vertrouwen in de republiek (democratie) is laag.
  • Oude adellijke elite wil de keizer terug --> Nationalisten willen één sterke leider
  • Geen vertrouwen in de leiders van de Republiek
    --> Dolkstootlegende
  • Communisten willen 'dictatuur van het proletariaat'-->  (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep). (bv, Spartacusopstand)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
  • Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.


Franse troepen bezetten Essen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dolkstootlegende

  • Duitsers kunnen het moeilijk bevatten. Voor hem kwam het verlies niet door de soldaten, maar door het verraad van Joden, sociaal democraten en communisten (Dolkstootlegende)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Duitsland 
1924-1929



  • Politiek en economisch gaat het beter met het land
  • Duitsland is in 1926 lid van de Volkenbond geworden
  • De Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Crisis in de wereld (Beurskrach)
vanaf 1929



  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hitler?
  • NSDAP gebruikt chaos voor eigen gewin: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz. (propaganda)

  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen.

  • Mensen stemmen massaal op hem! 'Weg met Versailles', 'Werk voor iedereen' ''Duitsland weer machtig maken'

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president) in jan 1933

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk met MEMO: Deelcontext 1: Opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)
Lezen leertekst DC 1, maken opdr 1 tm 6 (blz 32)
Bespreken uitgewerkte leerdoelen:
1. je kan met drie oorzaken uitleggen waarom de democratische Weimarrepubliek niet uitgroeide tot een stabiel bestuur.
2. je kan de invloed van het Dawesplan uitleggen maar ook het economische gevolg in Duitsland na de beurskrach
3. je kan verklaren waarom de NSDAP uitgroeide tot een massapartij

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overwinning Trump en de Amerikaanse democratie en rechtsstaat
Welk gevaar is er voor de Amerikaanse democratie en rechtsstaat na de overwinning van Trump?

Slide 28 - Tekstslide

Vanaf 1.20 min tot - 8 min
Duitsland 
De opkomst van het Derde Rijk (1918-1945)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen classroom (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen
06 je kunt uitleggen waarom andere Europese landen de appeasementpolitiek voerden en waarom de inval in Polen een einde betekende van deze politie 
07 je kunt drie gevolgen noemen voor de Europese landen die door Duitsland waren bezet.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rijksdagbrand
27 februari 1933






Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt 
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Machtigingswet--> Deze wet gaf Hitler de bevoegdheid om vier jaar lang buiten de Rijksdag en andere constitutionele organen om te regeren en wetten uit te vaardigen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Totalitaire samenleving

  • Onder Hitler werd Duitsland een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken totalitaire staat Nazi- Duitsland:
1)  Landsbelang staat boven individu.
--> Volksgemeinschaft (nationaal- socialistische 'raszuivere' klasseloze maatschappij) --> Antisemitisch
2) De leider is allesoverheersend. --> persoonsverheerlijking
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie.
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud).
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd --> Nazificatie (idealen nazi's) Hitlerjugend
  


6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (concentratiekampen)


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Volksgemeenschap / Volksgemeinschaft
Volksgemeinschaft : een 'raszuiver' volk. 

Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
  1. 1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
  2. 1935 Neurenberger rassenwetten
  3. Later:  vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmvragen: Duitsland onder Hitler
Herhaling van wat we eerder al hebben gezien. Vanaf 4 minuten nieuwe informatie
Hoe zorgen de nazi’s ervoor dat ze nog meer aanhangers krijgen?
Hoe is Hitler aan de macht gekomen?
Hoe laat Hitler zien dat hij de machtigste man is van Duitsland?
Hoe wordt Hitler ook wel genoemd?
Wie zijn de tegenstanders van Hitler?
Hoe gaan de nazi’s om met tegenstanders? (noem meerdere voorbeelden)
Hoe wordt de bevolking overtuigd van de ideeën van Hitler (noem meerdere voorbeelden)
Noem een voorbeeld van indoctrinatie uit de film?
Welke acties worden er genoemd tegen de Joden?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskundesom:
Een geestelijke gehandicapte kost de overheid 4 rijksmark per dag. Voorzichtige schattingen wijzen uit dat binnen de grenzen van het Duitse rijk 300.000 personen verzorgd worden in overheidsinstelling voor geestelijke zorg. Hoeveel huwelijksleningen van 1000 rijksmark per echtpaar kunnen jaarlijks gefinancierd worden van de fondsen die naar instellingen gaan?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs in Nazi-duitsland

Wiskunde:
Een bommenwerper stijgt op met twaalf dozijn bommen, die elk tien kilo wegen. Het vliegtuig gaat naar Warschau, centrum van het internationale jodendom. Het bombardeert de stad. Bij vertrek met alle bommen aan boord en een brandstoftank, die honderd kilo brandstof bevat, weegt het vliegtuig ongeveer acht ton. Wanneer het van de kruistocht terugkeert, blijven er nog 230 kilo over. Hoeveel weegt het vliegtuig als het leeg is?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen classroom (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen

Maken:
Classroom opdr 3 + 4 (kenmerken totalitaire staat (Duitsland))





Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Appeasementpolitiek 
Appeasementpolitiek: 'verzoeningspolitiek'. Buitenlandse politiek van GB en Fr jaren '30, die erop gericht was een oorlog met Duitsland te voorkomen door steeds toe te geven aan de wensen van Hitler.

Conferentie van München 1938,
Duitsland krijgt toestemming om Tsjecho-Slowakije in te nemen. --> vrede bewaren

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 
Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Succes in West-Europa
1940




  •  Voorjaar van 1940 als de Duitsers met een enorme snelheid en grote overmacht, Europa letterlijk 'oprollen'.
  • Landen in dienst van Duitse oorlogsindustrie, verplichte arbeidsdienst 
  • Beperkingen voor veel mensen, rechtstaat buiten spel gezet

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen classroom (DC1)
04 je kan uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om het parlement buiten spel te zetten en de totale macht wist te veroveren
05 je kan uitleggen wat een totalitair regime is en acht kenmerken hierbij noemen
06 je kunt uitleggen waarom andere Europese landen de appeasementpolitiek voerden en waarom de inval in Polen een einde betekende van deze politie 
07 je kunt drie gevolgen noemen voor de Europese landen die door Duitsland waren bezet.

Weektaak:
MEMO 10.1 opdr 4 ™ 11
Maken HC2, DC1 opdr 7 ™ 12 (incl ‘oefenen voor het examen’)
Classroom opdr 3 + 4





Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Classroom opdr 3
Opdracht 3: Kenmerken totalitaire staat

Noem uit het onderstaande fragment een drietal voorbeelden, met verwijzing, van een totalitaire samenleving.

Uit het dagboek van Ernst Frückstabel, een inwoner van Nazi-Duitsland. Opgetekend in 1938.
‘Elke ochtend als ik na werk ga, loop ik langs de bruinhemden die over straat patrouilleren en op zoek zijn naar joden of communisten om in elkaar te slaan en te bedreigen. Het zijn niet alleen de joden en communisten die niet veilig zijn maar ook winkels van bekende socialisten en liberalen worden besmeurd en bekogeld. Gisteren liep ik zelfs langs een boekverbranding. Jonge knapen van de Hitlerjugend droegen stapels met boeken, buitenlandse boeken maar ook sommige Duitse titels, naar grote brandstapels. Nadat ze de boeken op de stapel gooide klonk de inmiddels welbekende groet; ‘Heil Hitler!’.Ik schrik elke dag meer van de fanatieke Nazi jongeren. Ik durf op werk niemand meer te vertrouwen om te spreken over mijn twijfels. Vorige week nog bleek een verklikker op mijn afdeling te zijn geweest. Twee collega’s, die kritiek hadden geuit op De Führer, zijn sindsdien niet meer gezien.’


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Classroom opdr 4
Facisme in Europa (HB H10.1)

Totalitaire staat: een staat die het leven van de inwoners volledig beheerst en controleert.


                                 Naam / kenmerken/ symbolen ideologie                         Naam leider                                 Start en einde regime (jaartallen)
Land
Italië (H10.1)
Spanje (10.1)
Sovjet-Unie (H9.3)
DDR (HC2, DC2)


























Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies