Chapter 3 Lesson 1 Word Order & Adjectives

Theme 3: Showbizz
Welcome
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Theme 3: Showbizz
Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Today
Homework
Grammar
Listening

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goals
  • I can listen for specific information in a video
  •  I can use adjectives (bijvoeglijke  naamwoorden) correctly, for example: the beautiful painting - she painted the painting beautifully


Slide 3 - Tekstslide

Homework
Exercise 32 till 35

p. 144 till 146

Slide 4 - Tekstslide

4

Slide 5 - Video

05:32
Waarom worden er 4 Mathilda's tegelijk gebruikt voor de rol van Mathilda?

Slide 6 - Open vraag

06:33
Wat wordt er gezegd over het optreden van Baby June?

Slide 7 - Open vraag

08:22
Wat wordt er gezegd over het karakter van Annie?

Slide 8 - Open vraag

10:11
Waarom wordt Billy Elliott hier genoemd als de moeilijkste rol voor kinderen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels: het grappige meisje

Slide 11 - Woordweb

The funny girl sings beautifully: waar zegt 'beautifully' iets over?
A
het meisje
B
het zingen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

He is a ____ driver
A
slow
B
slowly

Slide 18 - Quizvraag

He drives his car ____
A
fast
B
fastly

Slide 19 - Quizvraag

I live in that______ house!
A
beautifully
B
beautiful

Slide 20 - Quizvraag

The dog plays ______ with his toy.
A
quiet
B
quietly

Slide 21 - Quizvraag

He sings _____
A
good
B
well

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Zet de woorden in de juiste volgorde.
this morning
cat
my path
crossed
black
a

Slide 24 - Sleepvraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
seemed
in class
this afternoon
you
stressed

Slide 25 - Sleepvraag

take / photos / they / every Monday

Slide 26 - Open vraag

goes / every day / she / to school

Slide 27 - Open vraag

is making / he / at the moment / breakfast

Slide 28 - Open vraag