In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H8 Zuren en zure oplossingen
Slide 1 - Tekstslide
Sterke en zwakke zuren
Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+ ion kan worden afgesplitst.
Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H3O+ in oplossing).
Slide 2 - Tekstslide
Binas 49
Binas tabel 49_1
Binas tabel 49_2
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de formule van de gemeenschappelijke deeltjessoort in alle zure oplossingen?
Slide 4 - Open vraag
Geef de formule van elk van de volgende zuren.
a. koolzuur
b. azijnzuur
c. zwavelzuur
Slide 5 - Open vraag
Geef de naam van elk van de volgende zuren.
a. HCl
b. H2O + CO2
c. H3PO4
Slide 6 - Open vraag
Geef voor elk van de volgende zuren de vergelijking van de reactie die optreedt als het in contact komt met water.
a. waterstofchloride
b. salpeterzuur
Slide 7 - Open vraag
Geef de notaties van elk van de volgende zure oplossingen.
a. verdund salpeterzuur
b. verdund zwavelzuur
c. zoutzuur
Slide 8 - Open vraag
H+ (aq) + Cl− (aq)
2 H+ (aq) + SO42− (aq)
HNO3 (l)
HCl (g)
zoutzuur
salpeterzuur
waterstofchloride
zwavelzuuroplossing
Slide 9 - Sleepvraag
Zwavelzuur, H2SO4, is een tweewaardig zuur, dat wil zeggen dat er bij de reactie met water twee H+‑ionen per molecuul zwavelzuur ontstaan.
Bereken het aantal mol H+ in een oplossing van 5,4 gram zwavelzuur in 1,0 L water.
Antwoord
De molaire massa van H2SO4 is 98,079 g mol−1.
5,4 g H2SO4 ≙ 5,4/98,079 = 0,0551 mol
1 mol H2SO4 geeft 2 mol H+.
Dus in 1,0 L water zit 2 × 0,0551 = 0,11 mol H+ (twee significante cijfers).
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een sterk zuur en een zwak zuur?
Slide 11 - Open vraag
In Binas tabel 49 staan een aantal zuren gerangschikt van sterk naar zeer zwak. De eerste zeven zijn sterke zuren, na H3O+ beginnen de zwakke zuren.
Zoek in de Binas tabel de zuren HBr en HF op. Geef de naam van deze zuren en geef van elk aan of het een sterk of een zwak zuur is.