TKB havo 2 par 2.4 heeft de overheid invloed (quiz les 1)

Oefenen
Maak de volgende oefenvragen.
Pak je boek erbij!
Als je iets niet weet, zoek het dan op in je boek.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen
Maak de volgende oefenvragen.
Pak je boek erbij!
Als je iets niet weet, zoek het dan op in je boek.

Slide 1 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
Uitkering
B
Toelichting op de financiële begroting
C
Toelichting op de rijksbegroting
D
Een briefje van 1 miljoen euro

Slide 2 - Quizvraag

Wat houdt de rijksbegroting in:
A
Een soort samenvatting.
B
Een ander woord voor kluis.
C
De verwachte inkomsten en uitgave.
D
Inkomsten en uitgave uit het verleden.

Slide 3 - Quizvraag

Wat wordt er betaald van de sociale premies?
A
Onderwijs
B
AOW
C
Politie
D
Leger

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt betaald van sociale premies?
A
ambtenarensalasris
B
politie
C
subsidie
D
uitkering

Slide 5 - Quizvraag

Sociale premies worden ingehouden op:
A
Het brutoloon
B
Het nettoloon
C
De uitkering

Slide 6 - Quizvraag

Loonbelasting en sociale premies zijn:
A
Brutolonen
B
Nettolonen
C
Inhoudingen
D
Extraatjes

Slide 7 - Quizvraag

Waar zijn sociale premies voor bedoeld?
A
werklozen
B
uitkeringen
C
gepensioneerden
D
arbeidsongeschikten

Slide 8 - Quizvraag

Een voorbeeld van directe belastingen is..
A
de BTW die je betaalt als je afrekent bij Albert Heijn
B
de belasting die je betaalt over je loon
C
de accijns die je betaalt op een liter benzine
D
toeristenbelasting die je als toerist in een hotel betaalt

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een directe belasting?
A
Accijns
B
btw
C
inkomstenbelasting
D
subsidie

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn directe belastingen?
A
Belastingen die in de kostprijs van een product zijn verwerkt.
B
Belastingen die je altijd contant moet betalen.
C
Belastingen die rechtstreeks aan de overheid betaald worden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen directe belasting
A
Inkomstenbelasting
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Btw

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van een indirecte belasting
A
Over een glas alcohol betaal je accijns
B
Over een product in de winkel betaal je btw
C
Over je inkomen betaal je inkomstenbelasting
D
Op een camping betaal je toeristenbelasting

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een indirecte belasting?
A
loonbelasting
B
b.t.w.
C
inkomstenbelasting
D
hondenbelasting

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier/leverancier aan de overheid betaalt

Slide 15 - Quizvraag

Indirecte belastingen heten zo omdat je ze
A
meteen moet betalen
B
niet meteen hoeft te betalen
C
rechtstreeks aan de overheid betaalt
D
via een winkelier aan de overheid betaalt.

Slide 16 - Quizvraag

Bruto € 2.100,-. Netto € 1.300,-.
Wat is het belasting/premie percentage?
A
38,1%
B
38,5%
C
61,5%
D
61,9%

Slide 17 - Quizvraag