NN7 - Grammatica §1 - Persoonsvorm en zinsdelen - 1V

Persoonsvorm en zinsdelen
NN7 - Grammatica §1 - 1V
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm en zinsdelen
NN7 - Grammatica §1 - 1V

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze paragraaf

  • Je leert de persoonsvorm en zinsdelen van een zin vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze paragraaf

  • Je leert de persoonsvorm en zinsdelen van een zin vinden.
  • en iets over pistoolgarnalen....

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de volgende zinnen:

  1. Een pistoolgarnaal / blijkt / bij hogere temperaturen / steeds luidruchtiger / te worden.
  2. Op 20 juli 1969 / landden / Amerikaanse astronauten / op de maan.

Slide 4 - Tekstslide

  1. Een pistoolgarnaal / blijkt / bij hogere temperaturen / steeds luidruchtiger / te worden

In zin 1 geeft blijkt aan dat de zin in het enkelvoud staat en dat er sprake is van de tegenwoordige tijd.

Slide 5 - Tekstslide

  1. Een pistoolgarnaal / blijkt / bij hogere temperaturen / steeds luidruchtiger / te worden

In zin 1 geeft blijkt aan dat de zin in het enkelvoud staat en dat er sprake is van de tegenwoordige tijd.
Huh, maar wat is een 'pistoolgarnaal'...?

Slide 6 - Tekstslide

2. Op 20 juli 1969 / landden / Amerikaanse astronauten / op de maan.

In zin 2 geeft landden meervoud aan en verleden tijd.

Slide 7 - Tekstslide

Minstens zo belangrijk: wat is een pistoolgarnaal??

Slide 8 - Tekstslide

Oké, oké. Terug naar de les. Waar hadden we het over?? Oh ja. Persoonsvorm.

Slide 9 - Tekstslide

De werkwoorden blijkt en landden noemen we persoonsvormen. De persoonsvorm (pv) van een zin geeft het getal aan (enkelvoud of meervoud) en de tijd (tegenwoordige tijd of verleden tijd).

Let op: worden (zin 1) is wel een werkwoord, maar geen persoonsvorm.

Slide 10 - Tekstslide

Ja maar hoe zit het nu met die pistoolgarnaal....??

Slide 11 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Bekijk de zin In dit tijdschrift worden leuke artikelen gepubliceerd.
Er zijn drie manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.

Slide 12 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Bekijk de zin In dit tijdschrift worden leuke artikelen gepubliceerd.
Er zijn drie manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.

  • De vraagproef – Maak van de zin een ja/nee-vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm:
    Worden in dit tijdschrift leuke artikelen gepubliceerd?

Slide 13 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Bekijk de zin In dit tijdschrift worden leuke artikelen gepubliceerd.
Er zijn drie manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.

  • De vraagproef – Maak van de zin een ja/nee-vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm:
    Worden in dit tijdschrift leuke artikelen gepubliceerd?

  • De tijdproef – Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm:
    In dit tijdschrift werden leuke artikelen gepubliceerd.

Slide 14 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Bekijk de zin In dit tijdschrift worden leuke artikelen gepubliceerd.
Er zijn drie manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.

  • De vraagproef – Maak van de zin een ja/nee-vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm:
    Worden in dit tijdschrift leuke artikelen gepubliceerd?

  • De tijdproef – Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm:
    In dit tijdschrift werden leuke artikelen gepubliceerd.

  • De getalsproef – Verander het getal van de zin: maak van het enkelvoud het meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm:
    In dit tijdschrift wordt een leuk artikel gepubliceerd.

Slide 15 - Tekstslide

Zinnen bestaan uit zinsdelen. Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. In de zinnen 1 en 2 staan streepjes tussen de zinsdelen.

Slide 16 - Tekstslide

Zo vind je de zinsdelen
Bekijk de zin Rijke mensen kunnen over enkele jaren een ruimtereis maken.

Er zijn twee manieren om te zien welke woorden samen een zinsdeel vormen.

Slide 17 - Tekstslide

  • Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kunt zetten. Die woorden zijn samen een zinsdeel. Voor de persoonsvorm kan namelijk maar één zinsdeel staan.

Slide 18 - Tekstslide

  • Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kunt zetten. Die woorden zijn samen een zinsdeel. Voor de persoonsvorm kan namelijk maar één zinsdeel staan.
  • Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde naast elkaar blijven staan als je de woordvolgorde in de zin verandert. Die woorden zijn samen een zinsdeel.

Slide 19 - Tekstslide

Zet streepjes tussen de zinsdelen; dat is handig. De pv staat altijd tussen twee streepjes.

– Over enkele jaren / kunnen / rijke mensen / een ruimtereis / maken.
– Een ruimtereis / kunnen / rijke mensen / over enkele jaren / maken.

Slide 20 - Tekstslide

Zet streepjes tussen de zinsdelen; dat is handig. De pv staat altijd tussen twee streepjes.

– Over enkele jaren / kunnen / rijke mensen / een ruimtereis / maken.
– Een ruimtereis / kunnen / rijke mensen / over enkele jaren / maken.
Let op: de werkwoorden kunnen en maken staan niet bij elkaar, maar ze vormen wel samen één zinsdeel. Deze zin bestaat dus uit vier zinsdelen.

Slide 21 - Tekstslide

Een zin die met een vraagwoord begint, is niet zo eenvoudig in zinsdelen te verdelen, doordat je de woordvolgorde niet kunt veranderen. Als je in plaats van het vraagwoord een antwoord invult, kan dat wel.

– Wie had in 2019 volgens het blad Quote de meeste bezittingen?
Charlene had volgens het blad Quote in 2019 de meeste bezittingen.
Volgens het blad Quote / had / Charlene (Wie) / de meeste bezittingen / in 2019.

Slide 22 - Tekstslide

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

Zonder maatregelen sterven in de Eemshaven PER WINDMOLEN jaarlijks 33 vogels.
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 23 - Quizvraag

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

Volgens recent onderzoek kan pingpongen
helpen tegen DE ZIEKTE VAN PARKINSON.
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 24 - Quizvraag

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

Ging jij in groep 5 van de basisschool MET SCHOOLREISJE NAAR SPEELTUIN DE GEKKE PISTOOLGARNAAL?
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 25 - Quizvraag

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

Mensvormige robots als de Honda Asimo worden voornamelijk IN JAPAN ontwikkeld.
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 26 - Quizvraag

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

Was Indonesië VOOR DE ONAFHANKELIJKHEID van 1945 jarenlang een Nederlandse kolonie?
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 27 - Quizvraag

Is het groot geschreven gedeelte een zinsdeel?

In Noordwest-Frankrijk werd IN DE MIDDELEEUWEN door velen Nederlands gesproken.
A
Ja, het grote gedeelte is een zinsdeel
B
Nee, het grote gedeelte is groter dan een zinsdeel
C
Nee, het grote gedeelte is kleiner dan een zinsdeel

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Texelse wol schijnt van goede kwaliteit te zijn.

Slide 29 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Al zijn klanten heeft deze bekende opticien een gratis bril gegeven.

Slide 30 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Waarom zitten er opeens pistoolgarnalen in de les Nederlands?

Slide 31 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Pistoolgarnalen horen thuis bij biologie.

Slide 32 - Open vraag

Ga nu naar de digitale planning en maak op je laptop de opdrachten die ik heb klaargezet.

Slide 33 - Tekstslide