1.1 Geboorte en sterfte Les 1 2022

WELKOM A2

Aardrijkskunde

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM A2

Aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Meenemen naar les
Boek (digitaal), werkboek (digitaal)
Schrift + pen

Slide 3 - Tekstslide

Schoolregels
-Telefoon in telefoonhouder of kluis
-Jassen in kluis of aan kapstok
-Eten en drinken in aula of buiten
-Docent en leerlingen bereiden les voor
-Docent en leerlingen zijn op tijd
- Respect voor elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Jaarplanning
Bevolking
Periode 1
Actieve Aarde
Periode 2
Steden
Periode 3
Vorming van Landschap
Periode 4

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Bevolking


So: par 1.1 t/m 1.3  (telt 1 x)
Toets par. 1.1 t/m 1.5  (telt 3 x)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Koppeling Humboldt

Slide 8 - Tekstslide

Leesopdracht 
Lees Par 1.1 
Bladzijde 8

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Geboortecijfer 
Aantal geboortes per 1000 inwoners. 

Aantal geboortes 
__________________         x 1.000 = geboortecijfer
Bevolking 


Slide 10 - Tekstslide

Sterftecijfer 
Het aantal mensen dat sterft per jaar, per 1.000 inwoners. 

aantal sterftegevallen 
_________________________      x 1.000 = sterftecijfer 
bevolking 

Slide 11 - Tekstslide

Geboorte- sterfteoverschot
Berekening:

geboortecijfer - sterftecijfer = geboorte- of sterfteoverschot 


Bevolkingsgroei of bevolkingskrimp 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 
Magister> Elo> Humboldt: code invoeren
Maken: Opgave Humboldt 
par 1.1 Bevolking
Opdracht 1, 3, 5 a+c en 6



 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Afsluiting 
Weten:
        - Geboortecijfer 
        - Sterftecijfer
        - Natuurlijke bevolkingsgroei 
        - Geboorteoverschot 
        - Sterfteoverschot 
#Deze begrippen kennen en hiermee kunnen rekenen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

1.1 geboorte & sterfte deel II
Planning:
      - Foto 
      - Herhaling 1.1 deel I 
      - Demografisch transitie model 
      - Oefenen 
      - Afsluiten 
Les doel: Jullie begrijpen het demografisch transitiemodel 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe bereken je het geboortecijfer?

Slide 22 - Open vraag

De bevolking van Nederland zal in de toekomst gaan....
A
Krimpen
B
Groeien
C
Gelijk blijven
D
Niet te zeggen

Slide 23 - Quizvraag

Demografie 
De studie die zich bezig houd met bevolking:
- geboorte 
- sterfte 
- groei/krimp 
- afkomst
- ontwikkeling 
- migratie

Slide 24 - Tekstslide

leesopdracht 10 min

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Fase 1
- Hoog sterftecijfer
- Hoog geboortecijfer 

Mensen nemen veel kinderen. Waarom? 

Wat gebeurd er met de bevolking? Groei/Krimp?  

Slide 27 - Tekstslide

Waarom veel kinderen?

Slide 28 - Woordweb

Fase 2
Het land ontwikkeld zich. Hoe? 

- Sterftecijfer daalt 
- Geboortecijfer blijft hoog 

- De bevolking groeit snel


Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn belangrijke punten waarop een land zich moet ontwikkelen om het sterftecijfer naar beneden te krijgen?

Slide 30 - Open vraag

Fase 3
Mensen nemen minder kinderen. Waarom? 

- Geboortecijfer daalt 
- Sterftecijfer blijft dalen 

- Geboortecijfer blijft hoger. De bevolking blijft groeien

Slide 31 - Tekstslide

Waarom nemen mensen minder kinderen?

Slide 32 - Woordweb

Fase 4
Het land is ver in de ontwikkeling 

- Laag geboortecijfer 
- Laag sterftecijfer 

Bevolking groeit niet meer 

Slide 33 - Tekstslide

Fase 5
Bevolking groeide in fase 2 & 3 

- Veel ouderen 
- Hoger sterftecijfer 
- Geboortecijfer blijft laag 

De bevolking begint te krimpen 

Slide 34 - Tekstslide

Welke landen zitten in fase 5?

Slide 35 - Woordweb

Je kan.. 
1. Uitleggen hoe het sterftecijfer af kan nemen. 
2. Verklaren waarom in ontwikkelingslanden het geboortecijfer erg hoog is. 
3. Landen plaatsen in het demografisch transitiemodel 
4. Verklaren wanneer de bevolking van een land stabiel is. 
5. Uitleggen waarom de bevolking van een land begint te krimpen. 

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken: 1.1 Bevolking opdracht 5 t/m 9 




Slide 37 - Tekstslide

Verwerkingsopdrachten 
Je krijgt zo een aantal vragen geef per beschrijving aan in welke fase van het demografisch transitiemodel het beschreven land zit. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Het geboortecijfer begint te dalen omdat het sterftecijfer al een tijdje laag is. De bevolking groeit explosief.
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 40 - Quizvraag

Het sterftecijfer is extreem hoog net als het geboortecijfer. De bevolking blijft klein en groeit nauwelijks.
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 41 - Quizvraag

Een land begint zich te ontwikkelen, het sterfte cijfer begint te dalen. De bevolking begint te groeien.
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 42 - Quizvraag

Het sterftecijfer en het geboortecijfer zijn beide erg laag. De bevolkingsgroei stabiliseert.
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 43 - Quizvraag

Het sterftecijfer is sterk gedaald, nu begint het geboortecijfer ook sterk te dalen. De bevolking groeit hard.
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 44 - Quizvraag

Nederland..
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 45 - Quizvraag

Soedan..
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 46 - Quizvraag

Duitsland..
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 47 - Quizvraag

Japan..
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 48 - Quizvraag

Nederland in 1800, hoog sterftecijfer en mensen namen extreem veel kinderen.
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 49 - Quizvraag

In een Arm Afrikaans land nemen mensen nog steeds heel veel kinderen maar het sterftecijfer is al gedaald. De bevolking groeit explosief.
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 50 - Quizvraag