Quiz voor PW 1 - Grieken en Romeinen

PW 1 
Jagers en Verzamelaars
Boeren
Egypte
Grieken en Romeinen






Geschiedenis - Basis 1
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PW 1 
Jagers en Verzamelaars
Boeren
Egypte
Grieken en Romeinen






Geschiedenis - Basis 1

Slide 1 - Tekstslide

REPRODUCTIE
Heb je de lesstof goed geleerd.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de goede betekenis van:
eeuw
A
100 jaar
B
10 jaar
C
1000 jaar
D
100.000 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
landbouw
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen en akkerbouw
C
Akkerbouw en Veeteelt
D
Veeteelt en verzamelen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
farao
A
Koning van Griekenland
B
Koning van Nederland
C
Koning van Rome
D
Koning van Egypte

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
democratie
A
Mensen stemmen zelf voor of tegen een plan.
B
Mensen stemmen op mensen die namens hen besturen.
C
Besturen waarbij de minste inwoners invloed hebben.
D
Manier van besturen waarbij inwoners invloed hebben.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
kolonie
A
Grondgebied van een Europees land buiten Europa.
B
Grondgebied van Rome buiten Italië.
C
Grondgebied van een Griekse stadstaat buiten Griekenland.
D
Grondgebied van China buiten China.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
christen
A
Volgeling van Jezus Christus.
B
Volgeling van Mohammed.
C
Gelooft in meerdere goden.
D
Volgeling van Augustus

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
Germanen
A
Volk dat ten noorden van de Rijn woonde.
B
Volk dat ten noorden van China woonde.
C
Volk dat rond Tsjechië woonde.
D
Volk dat in Rome woont.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
republiek
A
Land waar een koning de baas is.
B
Land waar een keizer de baas is.
C
Land waar de leiders worden gekozen voor het leven.
D
Land zonder koning.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
senaat
A
Hierin zaten oude, rijke mannen.
B
Vergadering waar alle belangrijke besluiten werden genomen.
C
Vergadering waar de keizer bepaald.
D
Hierin zaten jonge, arme mannen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
stadstaat
A
Griekse stad met het gebied eromheen, die zelfstandig was.
B
Romeinse stad met het gebied eromheen, die zelfstandig was.
C
Nederlandse stad met het gebied eromheen, die zelfstandig was.
D
Turkse stad met het gebied eromheen, die zelfstandig was.

Slide 12 - Quizvraag

Wie is wie?
Julius Caesar
Jezus Christus
Augustus
Nero

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe heet dit tijdvak en van wanneer tot wanneer duurt deze?
A
Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.Chr.
B
Tijd van jagers en boeren. Van 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
C
Tijd van Grieken en Romeinen. Tot 3000 v.Chr.
D
Tijd van Grieken en Romeinen. Van 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.

Slide 14 - Quizvraag

Toepassing 1
Het geleerde kunnen toepassen in dezelfde situatie.

Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Het dagboek van Anne Frank is een voorbeeld van een geschreven bron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De piramide van Cheops is een voorbeeld van een geschreven bron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Jagers en verzamelaars wonen op dezelfde plek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Mannen verzamelen en vrouwen jagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Door de warmte en vruchtbare grond ontstond de landbouw in het Midden-Oosten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar?
In een democratie mogen alle burgers meebeslissen over het bestuur van hun land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar?
In Athene hadden alle inwoners het recht om te stemmen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Bonus:
Wie hadden in Athene niet het recht om te stemmen?

Slide 23 - Open vraag

Waar of niet waar?
In een indirecte democratie mag iedereen stemmen over een plan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Bonus:
Wie stemt er in een indirecte democratie over een plan?

Slide 25 - Open vraag

Waar of niet waar?
In de Romeinse Republiek hadden rijke burgers veel macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Het Romeinse Rijk is nooit verdeeld geweest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Bonus:
In welke twee delen werd het Romeinse Rijk gesplitst?

Slide 28 - Open vraag

Waar of niet waar?
Het Oost-Romeinse Rijk bleef tot 1453 bestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een oorzaak van de val van het Romeinse Rijk was de inval van de Hunnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Toepassing 2
Het geleerde toepassen in een nieuwe situatie.

Slide 31 - Tekstslide

Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Landbouw in het Midden-Oosten
B
Het Romeinse Rijk wordt gesplitst
C
Jagers en verzamelaars
D
Griekse kolonies

Slide 32 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde!
Romeinse koninkrijk
Romeinse Republiek
Romeinse Keizerrijk
1
3
2

Slide 33 - Sleepvraag

Bekijk de afbeelding en beantwoord daarna de vraag.

Slide 34 - Tekstslide

Welke landen hoorden bij het Romeinse Rijk?

Slide 35 - Open vraag

Romeinse leiders.
Kies steeds het juiste land bij de gebeurtenis.
Rivier de Nijl en piramides
Theater en democratie
Wereldrijk en keizer Augustus
Egypte
Rome
Grieken

Slide 36 - Sleepvraag

Romeinse leiders.
Kies steeds het juiste land bij de gebeurtenis.
Senaat en Italië
Mummies en sarcofaag
Athene en Zeus
Egypte
Rome
Grieken

Slide 37 - Sleepvraag

De kunst en de gewoonten van een volk, noemen wij...
A
cultuur
B
president
C
paus
D
senator

Slide 38 - Quizvraag

Staatshoofd van een republiek, noemen wij ...
A
cultuur
B
president
C
paus
D
senator

Slide 39 - Quizvraag

De leider van alle christenen, heet de ...
A
cultuur
B
president
C
paus
D
senator

Slide 40 - Quizvraag

Laatste vraag...

Slide 41 - Tekstslide

Oude Athene of Nederland?
Vrouwen mogen stemmen =
A
Oude Athene
B
Nederland

Slide 42 - Quizvraag

Athene of Nederland?
Tijdens de verkiezingen worden de mensen gekozen die het bestuur van het land regelen =
A
Athene
B
Nederland

Slide 43 - Quizvraag

Athene of Nederland?
De mensen die mogen stemmen, besturen met zijn allen het land =
A
Athene
B
Nederland

Slide 44 - Quizvraag

Athene of Nederland?
Directe democratie =
A
Athene
B
Nederland

Slide 45 - Quizvraag