H7 komma - H 3 + 4

Hoofdstuk 7 kommagetallen

7.3 
De waarde 
van kommagetallen

7.4
Rekenmachine
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 kommagetallen

7.3 
De waarde 
van kommagetallen

7.4
Rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt kommagetallen plaatsen op de getallenlijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat komt er na 1,7?

Slide 4 - Open vraag

Wat komt er voor 2,3?

Slide 5 - Open vraag

Is 2,3 hetzelfde als 2,33 ?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Is 0,7 hetzelfde als 0,70 ?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

2,3 is meer dan 2,33 ?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Een getallenlijn hoeft niet bij 0 te beginnen.

Slide 9 - Tekstslide

Getallen plaatsen op de getallenlijn doe je zo:


1.Kijk waar de getallenlijn begint.

2.Kijk hoe groot elk streepje is.

Slide 10 - Tekstslide

ieder stukje noem je een tiende.

Slide 11 - Tekstslide

ieder stukje noem je een honderdste.
||||||

Slide 12 - Tekstslide

de waarden van getallen

Slide 13 - Tekstslide

lesdoelen
Ik benoem de waarde 
van het kommagetal.

Ik benoem meer en minder 
als ik kommagetallen vergelijk.

Ik rond getallen af.

Ik reken met kommagetallen
op het rekenmachine.

Slide 14 - Tekstslide

de waarden van getallen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de 3 waard
in het getal : 3,1 ?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de 4 waard
in het getal : 43,1 ?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de 7 waard
in het getal : 43,17 ?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de 5 waard
in het getal : 543,17 ?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de 2 waard
in het getal : 2.543,17 ?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de 7 waard
in het getal : 98,507 ?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de 8 waard
in het getal : 98,5 ?

Slide 22 - Open vraag

Wat is meer?
A
B

Slide 23 - Quizvraag

Wat is minder?
A
B

Slide 24 - Quizvraag

2,7 is .... dan 2,9.

Slide 25 - Open vraag

7,1 is .... dan 7,7.

Slide 26 - Open vraag

Je kunt tienden en honderste met elkaar vergelijken.
||||||
5

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt kommagetallen 

ook afronden op een heel getal.
||||||
5

Slide 28 - Tekstslide

Je kunt kommagetallen 

ook afronden op een heel getal.
||||||
5
Rond ik 1,75 af op 1 of 2?

Slide 29 - Tekstslide

afronden naar 
beneden. (.. ,0)


vb:
6,2 rond je af op 6,0.
afronden naar 
het volgende hele getal.


vb:
6,5 rond je af op 7,0.

Slide 30 - Tekstslide

kommagetallen
op de rekenmachine

Slide 31 - Tekstslide

0,4 + 0,1 =



0
.
4
+
0
1
=

Slide 32 - Tekstslide

Een kommagetal 
rond je niet altijd af
naar het hele getal
dat het dichtst bij ligt.

Kijk maar naar dit voorbeeld:

Slide 33 - Tekstslide

120 leerlingen gaan op schoolkamp.
In elke bus passen 50 leerlingen.
Hoeveel bussen zijn er nodig?

Slide 34 - Tekstslide

120 : 50 =




120 : 50 = 2,4


1
2
0
:
5
0
=

Slide 35 - Tekstslide

1 2 0 : 5 0 = 2 , 4

Maar...

Je kunt niet 2,4 bussen huren.
2,4 ligt tussen 2 en 3.
in 2 bussen passen niet alle leerlingen,
dus... er zijn 3 bussen nodig.

Slide 36 - Tekstslide

aan de slag

1. Maak t/m blz. 303 
  + kijk de opdrachten na!

2. Maak taken via JE.

3. Klaar? Werk in eigen map.

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk studiemeter
Startrekenen online -> Startrekenen Vooraf -> Hoofdstuk 7 kommagetallen -> oefeningen:
- Kommagetallen op de getallenlijn
- De waarde van kommagetallen

Slide 38 - Tekstslide

Nieuwsrekenen
Wat is belangrijk?
- Markeer de cijfers
- Schrijf de som en het antwoord op

Slide 39 - Tekstslide