Aeneis r. 1-6

Aeneis r. 1-6
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Aeneis r. 1-6

Slide 1 - Tekstslide

Stilistische middelen
In r. 1-6 komen de onderstaande stilistische middelen voor. 
Ken je deze stilistische middelen en kan je ze in de tekst aanwijzen?
  • metonymia
  • hendiadys
  • enjambement
  • polysyndeton
  • enallage
  • parallellisme

Slide 2 - Tekstslide

Over welk stilistisch middel heb je nog een vraag?
metonymia, hendiadys, enjambement, polysyndeton, enallage, parallellisme

Slide 3 - Open vraag

Wat is het antecedent van qui (r.1)?

Slide 4 - Open vraag

Waarmee vormt Troaie (r.1) een hyperbaton?

Slide 5 - Open vraag

Welk gebruik van de ablativus is fato (r.2)?
A
causae (oorzaak)
B
instrumenti (middel)
C
modi (manier)
D
seperationis (verwijdering)

Slide 6 - Quizvraag

Waarmee vormt Lavinia (r.2) een hyperbaton?

Slide 7 - Open vraag

Welk gebruik van de ablativus is vi (r.2)?
A
causae (oorzaak)
B
instrumenti (middel)
C
modi (manier)
D
seperationis (verwijdering)

Slide 8 - Quizvraag

Waarmee vormt saevae (r.4) een hyperbaton?

Slide 9 - Open vraag

Waarmee vormt memorem (r.4) een hyperbaton?

Slide 10 - Open vraag

ob iram (r. 4): Leg uit wat de oorzaak was van deze 'iram'.

Slide 11 - Open vraag

Welk gebruik van de ablativus is bello (r.5)?
A
causae (oorzaak)
B
instrumenti (middel)
C
modi (manier)
D
seperationis (verwijdering)

Slide 12 - Quizvraag

deos (r. 6): Welke goden zijn dit?

Slide 13 - Open vraag

r. 1-6 Troiae en Latio:
Leg uit dat de plaatsing van deze 2 woorden de inhoud van deze regels onderstrepen.

Slide 14 - Open vraag