3hv stijl en beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3hv stijl en beeldspraak

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.

1. Eufemisme
2. Understatement/ Ironie
3. Litotes
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij is niet onvriendelijk.
(bedoeld wordt: hij is heel heel aardig)

1. Eufemisme
2. Litotes
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Het is een beetje fris buiten. (terwijl het vriest)

1. Eufemisme
2. Litotes
3. Ironie/ understatement
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Dat is niet slecht gedaan.
(in plaats van: Dat is goed gedaan)

1. Eufemisme
2. Litotes
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Ja hoor, jij bent echt een genie.
(met diepe zucht, terwijl iemand iets doms heeft gedaan)

1. Eufemisme
2. Litotes
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij is helaas niet meer onder ons.
(dood)

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
(Hij is dronken)

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft wel een paar centen verdiend met die klus. (hij is miljonair)

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Ironie
4. Sarcasme

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wat een prachtige dag voor een picknick!
(terwijl het regent)

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Ironie
4. Sarcasme

Beeldspraak is...

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De geur van versgebakken brood voelde als een warme omhelzing.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
Hij heeft de hele Shakespeare gelezen.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De zoete klanken van de muziek vulden de kamer.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
Zijn humeur is zo veranderlijk als het weer.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De bittere kou van de wind sneed door mijn huid.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De sneeuw kuste zachtjes de grond

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Personificatie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
Ze is zo slim als een vos.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De auto hoestte en pruttelde voordat hij startte.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Personificatie
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
Hij is zo sterk als een beer.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Synesthesie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De klok tikte ongeduldig.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Vergelijking
4. Personificatie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De zonsondergang smaakte naar zoete aardbeien.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Synesthesie
4. Personificatie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
Het gras is altijd groener aan de overkant.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Synesthesie
4. Personificatie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De pers was aanwezig bij de conferentie.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Synesthesie
4. Personificatie

Welke vorm van beeldspraak herken je in de volgende zin:
De zee brulde tegen de rotsen.

1. Metafoor
2. Metoniem
3. Synesthesie
4. Personificatie