M3 Unit 6 adjectives and adverbs

Wednesday 15 April
.




Kick off Unit 6
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wednesday 15 April
.




Kick off Unit 6

Slide 1 - Tekstslide

Unit 6 Nature
Kick off uit 6
Adjectives and adverbs
Past simple present perfect

Slide 2 - Tekstslide

Engels leren zodat ik:
  • Een aardrijkskundige tekst in het Engels kan begrijpen
  • Op een advertentie voor vrijwilligerswerk in Australië kan reageren
  • Een beschrijving van de dieren in mijn tuin kan geven
  • Een podcast over vervuiling van de oceaan kan begrijpen
  • Snap wat mensen zeggen over het opruimen van de plastic uit de oceaan
  • over vakantieplannen kan praten

Slide 3 - Tekstslide

What names of animals
do you know in English?

Slide 4 - Woordweb

Vocabulary - Sleep de vertaling naar het juiste woord
fascinerend
bescherming
permanent
eiland
grot
steil
grondig
verkennen
geïsoleerd
permanently
isolated
steep
fascinating
to explore
thoroughly
protection
island
cave

Slide 5 - Sleepvraag

Adjectives and adverbs
Adjectives = Bijvoeglijke naamwoorden
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord of persoon, dier of ding
    She is beautiful, what a beautiful horse,...
Adverbs = Bijwoorden
  • Zegt iets over een werkwoord (hoe iets gebeurt), of een bijvoeglijk naamwoord, of een ander bijwoord. Het gaat dan om 'hoe'.
    She danced beautifully. He is very succesful. He moved quickly

Als het niet iets zegt over een zelfstandig naamwoord is het dus een bijwoord

Slide 6 - Tekstslide



Adjective (bijv. nw.)
beautiful
awful
slow

funny
gentle
systematic
true
full


Adverb (bijwoord)
beautifully
awfully
slowly

funnily
gently
systematically
truly
fully
De vorm 
Een adverb is vaak een adjective gevolgd door -ly
Maar dat is niet altijd zo ...
fast
high
long
straight
daily
fast
high
long
straight
daily

Slide 7 - Tekstslide

Adjective (bijv. nw)
Adverb (bijwoord)
sweet
slow
nice
very
badly
beautifully
truly
manly
ugly
gentle
fully
good
sharp
brown
really

Slide 8 - Sleepvraag

Uitzondering
Na sommige werkwoorden krijg je toch een bijvoeglijk naamwoord (adjective):
The water feels wonderful
That music sounds awful
The food tastes terrible
The flowers smell beautiful
we hebben het dan vooral over zintuigen.

Slide 9 - Tekstslide

She walked _________ out of the room.
A
slow
B
slowly

Slide 10 - Quizvraag

He is a very ______ guy.
A
funny
B
funnily

Slide 11 - Quizvraag

It really feels ________ outside.
A
cold
B
coldly

Slide 12 - Quizvraag

She carried the baby around ________.
A
gentle
B
gently

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de correcte vorm (adjective of adverb) naar de zin, de rest naar het vak 'foute antwoorden'.

Do you know the ____________time?
The organisation _____________ replied to my letter.
My dad ______________ waited for his lunch.
Antilope always run very __________.
foute antwoorden
exact
exactly
quick
quickly
patient
patiently
fast
fastly

Slide 14 - Sleepvraag

Conclusion
Zorg dat je deze week (volgens planning) Unit 6  t/m exercise 14 volledig hebt afgerond. 

Enjoy your vacation!

Slide 15 - Tekstslide