Niveau 3 opleiding: je doet je examens op 2F-niveau.
Niveau 4 opleiding: je doet je examens op 3F-niveau.
Slide 3 - Tekstslide
Examens
CE lezen/luisteren: 50% = 1 cijfer
IE schrijven: 25%
IE spreken (12,5%) en IE gesprekken voeren (12,5%): 25%
Schrijven, spreken en gesprekken voeren = 1 cijfer
CE + IE = eindcijfer Nederlands
Slide 4 - Tekstslide
Mondeling examen Spreken
Presentatie van een stelling: je houdt een betoog over een door jou gekozen onderwerp.
Spreekdoel: overtuigen
2F: de presentatie moet tussen de 4-6 minuten duren
3F: de presentatie moet tussen de 6-8 minuten duren
Hulpmiddelen: aantekeningen in steekwoorden, PowerPoint
Je mag niet voorlezen!
Slide 5 - Tekstslide
Niveaubepaling: 2F en 3F
Je moet laten zien dat jouw spreekvaardigheid minimaal voldoet aan de volgende punten:
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op het publiek
Woordenschat en woordgebruik
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Voor de uitleg hiervan en de cijferbepaling: zie het examenboekje (2F of 3F). Dit vind je in Teams onder Bestanden > Periode 4.
Slide 6 - Tekstslide
Presentatie van een stelling
TIP: kies een onderwerp waar jij een sterke mening over hebt, het liefst iets wat te maken heeft met jouw werk, interesses, dagelijks leven of iets actueels.
Formuleer een stelling. Iets waar je voor of tegen bent.
Bedenk zelf of je voor of tegen de stelling bent. De stelling moet controversieel zijn: er moet discussie over mogelijk zijn.
Voorbeelden:
'Beginnende zorgverleners moeten meer begeleiding krijgen'
'Er moet minstens 2 miljard beschikbaar worden gemaakt voor de ouderenzorg'
'Alle doping in de sport moet legaal worden'
Slide 7 - Tekstslide
Inleiding
Een goede inleiding van een betoog bestaat uit twee delen:
In het eerste deel wordt de aandacht van de luisteraar/lezer getrokken: door bijvoorbeeld een eigen voorbeeld, een actualiteit, een anekdote, een casus, filmpje of een afbeelding.
In het tweede deel wordt het onderwerp duidelijk en wordt de stelling benoemd. Waarom heb je deze stelling gekozen?
Voorbeeld: “Er is vandaag een Amsterdammer vermoord.” Dit was de inleiding van Job Cohen toen hij een speech gaf op de dag dat Theo van Gogh was vermoord. Iedereen op de Dam werd stil."
Slide 8 - Tekstslide
Kern
Leg uit waarom je de stelling hebt gekozen.
Formuleer jouw standpunt (= mening) ten opzichte van de stelling.
Geef minimaal twee argumenten (= redenen) waarom je dit vindt: kom met feiten, zoek op internet naar recente onderzoeken die jouw mening ondersteunen, zorg ervoor dat je argumenten kracht hebben.
Geef één voorbeeld uit je eigen omgeving om je mening te ondersteunen.
EXTRA VOOR 3F:
Noem minimaal twee argumenten die tegenstanders van jouw standpunt gebruiken en onderbouw waarom je het niet eens bent met deze argumenten.
Geef een advies, verwachting of voorspelling voor de toekomst die te maken heeft met je stelling.
Voorbeeld eigen omgeving: Als je je betoog houdt over de coronamaatregelen, zou je kunnen denken aan de situatie rondom je cliënten eenzaamheid, geen bezoek mogen ontvangen, achteruitgaan van de gezondheid enzovoort.
Slide 9 - Tekstslide
3F: Slot
In het slot vat je je presentatie kort samen. Je komt nog even terug op wat je allemaal hebt besproken.
Trek een conclusie, stel een vervolgvraag of kom met een eventuele oplossing.
Voorbeeld: “Laten we vooral niet in paniek raken met z’n allen. Paniek en angst zijn de grootste boosdoeners voor de gezondheid. Stress zorgt voor buikklachten, hart- en bloeddrukklachten. Laten we proberen rustig te blijven en voornamelijk stil te staan bij de vooruitgang. En nog een oproep aan het kabinet: informeer, informeer, informeer! Want daar heeft Nederland behoefte aan.”
Slide 10 - Tekstslide
Afname
Het examen vindt op school plaats. Lees het protocol goed door
Slide 11 - Tekstslide
Tips
Formuleer een stelling. Het is handig als je zelf al een mening over het onderwerp hebt.
Bedenk en zoek op internet argumenten en selecteer de sterkste. Geef informatie + kom met feiten om je argument te versterken.
Verplaats je in de rol van tegenstander. Wat zouden tegenargumenten kunnen zijn?
Maak een PowerPoint! Dit geeft je houvast. Plaatjes kunnen je verhaal versterken/ondersteunen.
Oefen je betoog thuis of voor een medestudent. Houd de tijd bij.
Slide 12 - Tekstslide
Planning
Vandaag
* Op zoek naar een stelling
Volgende week: Uitleg argumentatie + drogredenen. Tijd om aan je betoog te werken.
Slide 13 - Tekstslide
Dilemma:
Als je een eend ziet moet je overgeven - of - je hebt een snavel in plaats van een navel.