pleonasme en tautologie

Pleonasme en Tautologie 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Pleonasme en Tautologie 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Je herkent een pleonasme of tautologie in een tekst.



Slide 2 - Tekstslide

Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Een pleonasme kan een versterking zijn van een beeld dat je wilt schetsen. 
natte tranen
groen gras 
witte sneeuw
Kan ingezet worden als stijlfiguur.
 gelegd op een eigenschap van iets wat je noemt.

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfout - pleonasme
Onnodig de nadruk leggen op een eigenschap die al genoemd is.
opnieuw herhalen
naar beneden laten vallen
Deze herhaling is een stijlfout.
Bij redigeren moeten jullie deze fouten eruit halen.
Bij het examen schrijven mag je deze fouten niet maken.

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn.  Er bestaan veel uitdrukkingen die tautologieën zijn. 
gratis en voor niets
- zeker en vast
- list en bedrog
Deze zijn geaccepteerd als stijlfiguur en zijn dus correct. Voorbeelden van overbodige herhaling zijn: Ik heb dat 'nooit niet' gewild, die boeken zijn 'identiek hetzelfde' of: 'want ik wil immers' nooit slapen.  

Slide 5 - Tekstslide

stijlfout - tautologie
 Voorbeelden van overbodige herhaling zijn: 
- Ik heb dat 'nooit niet' gewild.
- Die boeken zijn 'identiek hetzelfde' .
- 'Want ik wil immers' nooit slapen.  

Slide 6 - Tekstslide

In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Stijlfiguur: versterkt het effect - is correct.
Stijlfout: onnodige herhaling - is incorrect.

Slide 7 - Tekstslide

Nog even iets extra:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort. (BN- ZN)
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Slide 8 - Tekstslide

Het verschillend onderscheid
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 9 - Quizvraag

De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Vaak en dikwijls gebeurt het.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb het zelf persoonlijk afgeleverd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Een eetbare worst.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 15 - Quizvraag

Ze zijn identiek gelijk aan elkaar.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quizvraag

Lees dat eens hardop voor!
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quizvraag

De antwoorden van de toets lagen open en bloot op tafel.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quizvraag