Thema 1 - bs1&2

Thema 1 - Inleiding in de Biologie

Verwerking bs 1&2
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 - Inleiding in de Biologie

Verwerking bs 1&2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan beredeneren wat 'leven' is

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke organismen komt het levenskenmerk uitscheiden voor?
A
Bij alle organismen
B
Alleen bij dieren
C
Alleen bij planten

Slide 3 - Quizvraag

De waterval is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 4 - Quizvraag

De boom is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 5 - Quizvraag

Een steen is.........
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
levendig

Slide 6 - Quizvraag

hout is........
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
levendig

Slide 7 - Quizvraag

organisme
levensverschijnselen
stofwisseling
enzymen
dood
levenloos
verschijnselen die laten zien dat je leeft
levende wezens
dingen die nooit geleefd hebben
versnelt een chemische reactie
alle chemische reacties in een organisme
organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoond

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoel
Ik kan de levenscyclus van dieren beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

Wat stelt het
plaatje voor?
A
Levensloop
B
Levenscyclus

Slide 10 - Quizvraag

Welke bewering is juist over de levensloop en levenscyclus?
A
Een levensloop eindigt met de dood
B
Een levenscyclus geldt voor een individu en een levensloop voor een soort
C
Een levensloop bestaat alleen bij dieren en een levenscyclus ook bij planten

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoel
Ik kan organisatieniveaus gebruiken om een biologisch concept in het juiste kader te plaatsen

Slide 12 - Tekstslide

wat is een goed voorbeeld van een emergente eigenschap van populaties
A
sociale interactie
B
lopen
C
voedsel zoeken
D
vliegen

Slide 13 - Quizvraag

Van groot naar klein organisatieniveau
A
orgaanstelsel-weefsel-orgaan- molecuul -cel
B
orgaanstelsel-orgaan-weefsel-cel-molecuul
C
orgaan-orgaanstelsel-weefsel-cel- molecuul
D
molecuul -cel-weefsel-orgaan-orgaanstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Op welk organisatieniveau onderzoek je in de biologie als je op het niveau van de foto aan het onderzoeken bent?
A
molecuul
B
organel
C
weefsel
D
cel

Slide 15 - Quizvraag

Welk onderdeel is het kleinst?
A
Cel
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
DNA

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle konijnen op Schiermonnikoog
B
De beplanting in een naaldbos
C
Alle organismen in een vijver
D
Een leeuwin met haar twee welpen op de savanne

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
biosfeer - organisme - populatie - ecosysteem
B
ecosysteem - biosfeer - organisme - populatie
C
populatie - organisme - biosfeer - ecosysteem
D
organisme - populatie - ecosysteem - biosfeer

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
A
Verschijnende eigenschappen
B
Organische eigenschappen
C
Emergente eigenschappen
D
Convergente eigenschappen

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde van klein (1) naar groot (5)
DNA
2
3
4
5
1
celkern
chromosoom
niercel
nier

Slide 20 - Sleepvraag

Leerdoelen:

  • je kunt orgaanstelsel, organen, weefsels en cellen bij de mensen herkennen en de functie beschrijven
  • Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie hebben.
  • Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie 

Slide 21 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
zenuwstelsel
spijsverteringstelsel
bottenstelsel
bloedvatenstelsel
spierstelsel
ademhalingsstelsel

Slide 22 - Sleepvraag

De tussencelstof bij planten bestaat uit?
A
celwanden
B
plastiden
C
vacuolen
D
niets

Slide 23 - Quizvraag

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Het ademhalingsstelsel bestaat alleen uit de linker- en rechterlong.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een weefsel?
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 27 - Quizvraag

wat is een orgaanstelsel?
A
een groep cellen die samen één functie uitoefenen
B
een groep organen dat samen één functie uitoefent
C
meerdere weefsels die samen één functie uitoefenen

Slide 28 - Quizvraag

Tot welk orgaanstelsel hoort de alvleesklier?
A
Verteringsstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 29 - Quizvraag

Weefsels bestaan uit cellen met dezelfde.....
A
Ligging & Functie
B
Ligging & Vorm
C
Functie & Productie
D
Vorm & Functie

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het dekweefsel dat lichaamsoppervlakten beschermt?
A
Endotheel
B
Epitheel
C
Mesotheel
D
Exotheel

Slide 31 - Quizvraag

Huiswerk
2, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 15, 16, 18

Slide 32 - Tekstslide