H3d/H3c Vaste tekststructuren 01092022

Nederlands - 3t/u 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - 3t/u 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog over tekststructuren?
  • Inleiding
  • Midden
  • Slot
  • Signaalwoorden die bij een vaste tekststructuur horen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt/kent:
-  een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot volgens de vaste tekststructuren (probleem-oplossingsstructuur, verklaringsstructuur en verleden-heden-toekomststructuur)
-  de signaalwoorden die veel voorkomen bij de genoemde  tekststructuren en op basis van bovenstaande vaardigheden een tekst analyseren

Slide 3 - Tekstslide

Waarom moet je dit weten?
  • Hoe vaker je oefent in begrijpend lezen, hoe beter dit is voor eigenlijk alle vakken (uiteindelijk dus ook een goede voorbereiding voor het examen).
  • Je leert weer nieuwe woorden die je ook volgend jaar heel hard nodig gaat hebben.
  • Komende periode en volgend jaar ga je ook aan de slag met schrijven. Je moet dus iets weten over de structuur van teksten (hoe teksten zijn opgebouwd).


Slide 4 - Tekstslide

deze les: 3 tekststructuren

probleem-oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden-heden-toekomststructuur


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden bedenken
Bedenk zelf een voorbeeld bij de te behandelen tekststructuren

Slide 6 - Tekstslide

NOTEER van het bord:
Tekst met een verklaringsstructuur
  • Inleiding: introductie van een bepaald verschijnsel
  • Midden: kenmerken / voorbeelden / verklaringen / oorzaken
  • Slot: samenvatting / conclusie

Voorbeeld: een artikel met de titel "Waarom je van uien eten scheten moet laten"

Slide 7 - Tekstslide

NOTEER van het bord:
Tekst met een verleden-heden-(toekomst)structuur

  • Inleiding: introductie onderwerp
  • Midden: situatie vroeger, situatie nu
  • Slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.
Voorbeeld: een artikel met de titel "Hoe ging men in het verleden om met virussen en kunnen we daar iets van leren?"

Slide 8 - Tekstslide

NOTEER van het bord:
Tekst met een probleem-oplossingsstructuur
  • Inleiding: probleem
  • Middenstuk: gevolgen / oorzaken / oplossingen
  • Slot: de beste oplossing /  aanbeveling

Voorbeeld:  een artikel met de titel "Wat kunnen we doen om pesten op school te voorkomen?"

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 15 - Quizvraag

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig oefenen de rest van de les
Havo: maak de opdrachten van hoofdstuk 1 lezen  die in de studiewijzer staan. 
Vwo: maak de opdrachten van hoofdstuk 2 lezen die in de studiewijzer staan.
Klaar? Lees je leesboek of ga verder met de studiewijzer. Ik loop rond voor vragen/ondersteuning.

Slide 17 - Tekstslide

Vooruitblik
Volgende week: formatieve check over de in deze les behandelde tekststucturen, tekstverbanden en signaalwoorden die erbij horen.

Slide 18 - Tekstslide