3Ha - Lezen Les 2

Pak je leesboek. 

Verder vandaag: start H1 Lezen: vaste tekstructuren
Nederlands - 3Ha
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek. 

Verder vandaag: start H1 Lezen: vaste tekstructuren
Nederlands - 3Ha

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 en 2 van De Brug

Vanaf volgende week: Het rad om huiswerk te controleren.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
1. Onderwerp = (de geschiedenis van) voornamen
2. Signaalwoord = verder
4. Signaalwoord = namelijk
7. Signaalwoord = omdat 
9. Signaalwoord = verder
10. Signaalwoord = 1970
12. Oorzaak = naamwet die ouders bijna helemaal vrijlaat in de naamkeuze. Gevolg = unieke namen (Jaydriëndrickson of Quvenzhane)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
1. Wat is het onderwerp?
3/4. Hoe komt dat? En aan welk signaalwoord zie je dat?
9. Welk signaalwoord voor concluderend verband zie je in alinea 3?
12. Welk woord in alinea 5 wordt toegelicht met een voorbeeld?
16. Welk signaalwoord voor chronologisch verband staat in alinea 7?
20. Wat is de juiste volgorde?

Slide 4 - Tekstslide

Lezen Hoofdstuk 1
Tekststructuren

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
-  een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot
-  in eigen woorden formuleren wat vaste tekststructuren zijn.
- de meest voorkomende vaste tekststructuren herkennen in een tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom moet je dit weten?
  • Hoe vaker je oefent in begrijpend lezen, hoe beter dit is voor eigenlijk alle vakken (uiteindelijk dus ook een goede voorbereiding voor het examen).
  • Je leert weer nieuwe woorden die je ook volgend jaar heel hard nodig gaat hebben.
  • Komend jaar en volgend jaar ga je ook aan de slag met schrijven. Je moet dus iets weten over de structuur van teksten (hoe teksten zijn opgebouwd).


Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuren
De meeste teksten hebben een inleiding, kern en slot. Ze zijn vaak opgebouwd volgens een vaste structuur. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat weten jullie al over tekststructuur?
  • Inleiding
  • Midden
  • Slot

Slide 9 - Tekstslide

deze les: 3 tekststructuren

probleem-oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 10 - Tekstslide

Tekst met een verklaringsstructuur
  • Inleiding: introductie van een bepaald verschijnsel
  • Midden: kenmerken / voorbeelden / verklaringen / oorzaken
  • Slot: samenvatting / conclusie

Voorbeeld: een artikel met de titel "Waarom zijn er in de USA relatief veel coronaslachtoffers?" 

Slide 11 - Tekstslide

Tekst met een verleden-heden-(toekomst)structuur
  • Inleiding: introductie onderwerp
  • Midden: situatie vroeger, situatie nu
  • Slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.

Voorbeeld: een artikel met de titel "Hoe ging men in het verleden om met virussen en kunnen we daar iets van leren?"

Slide 12 - Tekstslide

Tekst met een probleem-oplossingsstructuur
  • Inleiding: probleem
  • Middenstuk: gevolgen / oorzaken / oplossingen
  • Slot: de beste oplossing /  aanbeveling

Voorbeeld:  een artikel met de titel "Wat kunnen we doen om coronabesmettingen op scholen te voorkomen?"

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?

Slide 14 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?

Slide 15 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de theorie op bladzijde 12.
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 13 - 15. 

Dit is huiswerk voor maandag.

Slide 17 - Tekstslide