3.1 Hofstelsel en horigheid

Hoofdstuk 3 de vroege middeleeuwen

Wat weet jij van de middeleeuwen?
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 de vroege middeleeuwen

Wat weet jij van de middeleeuwen?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Blz.75
Bekijk de kenmerkende aspecten op je gele blad
Bij welk KA passen de volgende beeldbronnen?...

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

KA?
KA?

Slide 5 - Tekstslide

KA?
KA?

Slide 6 - Tekstslide

Romeinse Rijk
Goed  georganiseerd bestuur

Goed georganiseerd leger

Urbane agrarische samenleving 

Slide 7 - Tekstslide

middeleeuwen
landbouwsamenleving

Bijna iedereen werkt in de landbouw, behalve adel en geestelijkheid. 

zelfvoorziening= autarkie

Slide 8 - Tekstslide

Waarom verdween de landbouwstedelijke samenleving? 
Door diverse oorzaken verdween het Romeinse gezag. 
Mensen sloegen op de vlucht voor veiligheid. 

gevolgen:
  • steden liepen leeg 
  • reizen moeilijk en onveilig
  • geen handel
  • geldeconomie verdween
  • landbouw stedelijke samenleving verdween
  • landbouw belangrijkste middel van bestaan




Slide 9 - Tekstslide

agrarisch urbane samenleving?
agrarische samenleving?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

aan de slag blz. 77-80
  1. Zoek zelfstandig op in je boek wat 
een hofstelsel is,
2.Wat is de sociale positie van een vrije boer, een horige en een lijfeigene?
3. Wat zijn de onderlinge verschillen tussen bovenstaande groepen en wat zijn de overeenkomsten?
4. Waarom was het idee van 'res publica' verdwenen in de middeleeuwen?
Tijd over?
Lees de casus op blz. 76. Wat vind jij, anno 2024, van deze manier van rechtspreking op het domein?

timer
10:10

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welkom
Deze les:

Terugblik
Uitleg hofstelsel
Aan de slag met de opdracht

Slide 14 - Tekstslide





Agrarische samenleving?
Hofstelsel?
Economisch of politiek systeem?
Waarom?
Res Publica?

Slide 15 - Tekstslide

Hofstelsel (economisch)

Slide 16 - Tekstslide

soorten boeren
  1. vrije boeren
  2. horige boeren
  3. lijfeigenen

Slide 17 - Tekstslide

Hofstelsel

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag met de opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Hofstelsel
- Een 'domein' was Autarkisch

- Vroonland = Land van de boerzelf dat wordt bewerkt door lijfeigenen
- Hoevenland = Land dat wordt bewerkt door de Horigen. deze boeren 
betaalden de heer in natura en met herendiensten

Herendiensten bestonden uit klusjes voor de heer of het verbouwen
van het vroonland. 

Slide 20 - Tekstslide

les 2

Slide 21 - Tekstslide

Deze les
Afronden 3.1 over het hofstelsel en horigheid
zelf aan de slag met vragen 

Slide 22 - Tekstslide

samen lezen de casus op blz. 76
vervolgens maak je zelfstandig vraag 1 en 2

(5 minuten)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Waardoor ontstond horigheid? 
Horig = onvrij, gebonden aan het land van een landbezitter
  • Door ziekte en klimaatverandering minder voedselopbrengsten
  • Oplossing: Romeinse keizers verbieden boeren hun grond te verlaten
  • Dan: Romeins bestuur valt weg --> onveiligheid
  • Steden worden dorpen --> stedelingen trekken naar het platteland, worden boer. 
  • Boeren verbinden zich aan adel met legers
  • In ruil daarvoor gingen zij verplichtingen aan 

Slide 25 - Tekstslide

ontstaan van horigheid

door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 26 - Tekstslide

  Domein

Slide 27 - Tekstslide

Dus: belangrijk dat het op het domein voldoende voedsel werd geproduceerd maar ook andere zaken die nodig waren om te leven. 

Zo had je vaak op een domein:
  • visvijver
  • veestallen
  • molen
  • smidsen
  • timmerwerkplaatsen. 






Slide 28 - Tekstslide

Schema over het hofstelsel

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Domein
Hoofdstuk 3 par.1  vraag 8,10,11 en 13 of ga aan de slag met de groepsopdracht

Slide 31 - Tekstslide

bespreken gemaakte vragen

Slide 32 - Tekstslide

deze les
Hoe zit het met je kennis over 3.1? 
Aan de slag met opdracht

Slide 33 - Tekstslide

Deze les
Kennis van 3.1. Hoe zit het daarmee?
Afronden opdracht Constantijn
klaar? 
Maken 3.1 vraag vraag 8,10,11 en 13 
Samenvatten 3.1
of ander vak

Slide 34 - Tekstslide

Het domein was ommuurd. In geval van gevaar konden boeren hier schuilen. 

Slide 35 - Tekstslide

Welke tijdvakken horen bij de middeleeuwen?
A
Monniken en vorsten - Steden en staten
B
Steden en rechten - Monniken en vorsten
C
Monniken en ridders - steden en landen
D
Monniken en ridders - Steden en staten

Slide 36 - Quizvraag

Belangrijk gevolg van de dalende landbouwproductie door de invallen van de Germanen in het romeinse rijk?
A
geen voedsel meer voor de steden
B
werkloosheid
C
stijgende prijzen

Slide 37 - Quizvraag

Romeinse steden in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bleven in de middeleeuwen in oorspronkelijke staat functioneren
B
waren leeggelopen
C
werden vervangen door Middeleeuwse steden

Slide 38 - Quizvraag

de wegen in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
functioneerde goed
B
werd uitgebreid
C
werden verwaarloosd en waren onveilig

Slide 39 - Quizvraag

de geldeconomie in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
werd gedomineerd door goud
B
was gebaseerd op waardepapieren
C
bloeide als nooit tevoren
D
was verdwenen

Slide 40 - Quizvraag

de handel in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bloeit als nooit tevoren
B
wordt gekenmerkt door stagnatie
C
speelde geen rol

Slide 41 - Quizvraag

Waardoor viel de landbouwstedelijke samenleving weg na de val van het Romeinse rijk?
A
Er was geen bescherming meer, handel werd onveilig
B
De steden werden vernield
C
Er was geen geld meer waar mee gehandeld kon worden
D
De wegen werden niet meer onderhouden

Slide 42 - Quizvraag

Belangrijkste middel van bestaan in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
handel
B
landbouw

Slide 43 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer met horigheid en hofstelsel?
Horigen...
A
waren vazallen van de koning
B
waren leenmannen van een edelman
C
waren slaven die het land bewerkten
D
leverden vrijheid in, in ruil voor bescherming

Slide 44 - Quizvraag

De belangrijkste reden dat mensen bij een heer gingen wonen is (en dus boer / horigen werden = hofstelsel)
A
veiligheid
B
eten
C
werk
D
geld

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

extra materiaal

Slide 48 - Tekstslide

Opdracht bij H3§1:Geef op een plattegrond de situatie van een domein weer

- Laat de drie typen boeren erop voorkomen
- Geef de driedeling van land op een domein aan
- Laat het er levensecht uit zien!
Beantwoord de volgende vragen:
Welke verschillen zijn er tussen de drie groepen boeren:
     a. Op het gebied van rechten en plichten (wat mochten ze,
     moesten ze of hoefden ze niet)?
     b. Wat betreft landbezit (eigen land, gepacht land, geen
     land)?

Beoordeling wordt bij het so-cijfer (van verslag Constantijn) opgeteld:
Goed = +0,5p
Voldoende = +0,25p
Onvoldoende = +0p







Slide 49 - Tekstslide

aan de slag blz. 77-80
  1. Zoek zelfstandig op in je boek wat 
een hofstelsel is,
2.Wat is de sociale positie van een vrije boer, een horige en een lijfeigene?
3. Wat zijn de onderlinge verschillen tussen bovenstaande groepen en wat zijn de overeenkomsten?
4. Waarom was het idee van 'res publica' verdwenen in de middeleeuwen?
Tijd over?
Lees de casus op blz. 76. Wat vind jij, anno 2023, van deze manier van rechtspreking op het domein?

timer
10:10

Slide 50 - Tekstslide