Assessmentles niveau 4

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een tekst kun je zien dat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
Dit noemen we tekstverbanden.

Je kunt deze tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.

Wat zijn signaalwoorden? (verbindingswoorden)

Bij ieder tekstverband horen verschillende signaalwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Welke vier tekstverbanden moet je kennen!

Er zijn nog meer tekstverbanden. Dit zijn voorlopig de belangrijkste.
  1. Opsomming
  2. Tegenstelling
  3. Oorzaak - gevolg
  4. Reden, verklaring, argument

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk een goede Nederlandse zin met het signaalwoord 'daardoor'

Slide 9 - Open vraag

Wat is in de volgende zin een signaalwoord en hoe noem je het tekstverband?
Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke tips bij kleurlenzen
 
Was altijd eerst uw handen.
Plaats vervolgens de kleurlenzen. Zorg dat de kleurenprint altijd aan de buitenzijde zit. Plaatst u
de lens toch binnenstebuiten in het oog, dan zit de kleurenprint aan de binnenkant. Daardoor raakt de kleurenprint mogelijk uw hoornvlies. Draag nooit
uw lenzen als uw ogen rood of gevoelig zijn.

Naar: gekleurdelenzen.nl

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijke tips bij kleurlenzen
 
Was altijd eerst uw handen. Plaats vervolgens de kleurlenzen.
Zorg dat de kleurenprint altijd aan de buitenzijde zit.
Plaatst u de lens toch binnenstebuiten in het oog, dan zit de kleurenprint aan de binnenkant. Daardoor raakt de kleurenprint mogelijk uw hoornvlies.
Draag nooituw lenzen als uw ogen rood of gevoelig zijn.

Naar: gekleurdelenzen.nl

Slide 13 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 14 - Tekstslide


 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?
A
verbindingswoorden
B
verwijswoorden
C
synoniemen
D
werkwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Welke tekstverbanden en daarbij behorende signaalwoorden weet je nu?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting van de les
Terugblik lesdoelen
Wat heb je gezien, gedaan, geleerd?

Slide 18 - Tekstslide