Assessmentles niveau 4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een tekst kun je zien dat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
Dit noemen we tekstverbanden.

Je kunt deze tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.

Wat zijn signaalwoorden?

Bij ieder tekstverband horen verschillende signaalwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke vier tekstverbanden moet je kennen!

Er zijn nog meer tekstverbanden. Dit zijn voorlopig de belangrijkste.
  1. Opsomming
  2. Tegenstelling
  3. Oorzaak - gevolg
  4. Reden, verklaring, argument

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een goede Nederlandse zin met een opsomming daarin.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een goede Nederlandse zin met het signaalwoord 'daardoor'

Slide 10 - Open vraag

Wat is in de volgende zin een signaalwoord en hoe noem je het tekstverband?
Ik ben te laat, omdat ik me heb verslapen.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijke tips bij kleurlenzen
 
Was altijd eerst uw handen.
Plaats vervolgens de kleurlenzen. Zorg dat de kleurenprint altijd aan de buitenzijde zit. Plaatst u
de lens toch binnenstebuiten in het oog, dan zit de kleurenprint aan de binnenkant. Daardoor raakt de kleurenprint mogelijk uw hoornvlies. Draag nooit
uw lenzen als uw ogen rood of gevoelig zijn.

Naar: gekleurdelenzen.nl

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijke tips bij kleurlenzen
 
Was altijd eerst uw handen. Plaats vervolgens de kleurlenzen.
Zorg dat de kleurenprint altijd aan de buitenzijde zit.
Plaatst u de lens toch binnenstebuiten in het oog, dan zit de kleurenprint aan de binnenkant. Daardoor raakt de kleurenprint mogelijk uw hoornvlies.
Draag nooituw lenzen als uw ogen rood of gevoelig zijn.

Naar: gekleurdelenzen.nl

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de volgende volgende video
en probeer te achterhalen welke signaalwoorden je hoort en welk tekstverband daarbij hoort 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat heb je gevonden?
 Hoe hard ze gaan en hoe ver ze gaan en hoeveel calorieën ze verbranden. 
Tekstverband: opsomming

Hardgelopen in het Vondelpark en daarna ging ze cappuccino’s  drinken. 
Tekstverband: opsomming

En dan ga ik dus rennen. Tekstverband: conclusie

 En dan krijg ik nog meer likes, en nog meer  likes….       Tekstverband: opsomming

Daphne met ‘ph’ omdat het zo’n zuur wijf is.         Tekstverband: reden of argument

Slide 17 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 18 - Tekstslide


 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?
A
verbindingswoorden
B
verwijswoorden
C
synoniemen
D
werkwoorden

Slide 19 - Quizvraag

Welke tekstverbanden en daarbij behorende signaalwoorden weet je nu?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide