Tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk signaalwoord kan je uit deze zin halen:

Het rode kruis zoekt dringend vrijwilligers, om aan de groeiende hulpvraag te kunnen voldoen

Slide 18 - Open vraag

Welk signaalwoord kan je uit deze zin halen:

Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het nieuws

Slide 19 - Open vraag

Welk signaalwoord mist er in deze zin:

Die gewichtstoename zou komen ...... de vrouwen voor zichzelf net zo veel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner

Slide 20 - Open vraag

Welk signaalwoord mist er in deze zin:

Die portie is natuurlijk veel te groot, ..... vrouwen minder calorieën nodig hebben.

Slide 21 - Open vraag

Belangrijke tips bij kleurlenzen 

Was altijd                            uw handen. 
Plaats                         de kleurlenzen. Zorg dat de kleurenprint altijd aan de buitenzijde zit. Plaatst u de lens toch binnenstebuiten in het oog, dan zit de kleurenprint aan de binnenkant.                      raakt de kleurenprint mogelijk uw hoornvlies. Draag nooit uw lenzen                 uw ogen rood of gevoelig zijn. 

Eerst
vervolgens
Daardoor
Als

Slide 22 - Sleepvraag

Welk verband hoort bij het signaalwoord (volgens de vorige tekst)
Eerst
A
Opsomming
B
doel-middel
C
voorwaarde
D
tijd

Slide 23 - Quizvraag

Welke verband hoort bij het signaalwoord (volgens de vorige tekst)
vervolgens
A
Opsomming
B
doel-middel
C
toelichting
D
tijd

Slide 24 - Quizvraag

Welke verband hoort bij het signaalwoord (volgens de vorige tekst)
daardoor
A
conclusie
B
voorwaarde
C
oorzaak-gevolg
D
samenvatting

Slide 25 - Quizvraag

Welke verband hoort bij het signaalwoord (volgens de vorige tekst)
als
A
conclusie
B
voorwaarde
C
oorzaak-gevolg
D
samenvatting

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide