8.4 Communicatie en 8.5 Met elkaar omgaan

8.4: Communicatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

8.4: Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen: 

- communicatie 
   (verbaal en non-verbaal)
- communicatiestoornissen
- vooroordelen
- uitstraling

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie
Comminucatie = iedere vorm van informatie gegeven tussen mensen en dieren.

Als je met mensen samenleeft is het belangrijk dat je met elkaar comminuceert. Ook dieren die in groepen leven wisselen voordurend signalen met elkaar uit. 

Slide 3 - Tekstslide

Dieren communiceren op 4 manieren
  • gebaar
  • geluid
  • geur
  • kleur 

Slide 4 - Tekstslide

Op welke manier communiceert deze hond?
A
Gebaar
B
Geluid
C
Geur
D
Kleur

Slide 5 - Quizvraag

Op welke manier communiceert de persoon op de afbeelding?
A
Gebaar
B
Geluid
C
Geur
D
Kleur

Slide 6 - Quizvraag

Welke manier van communiceren
zie je op de afbeelding?
A
Gebaar
B
Geluid
C
Geur
D
Zicht

Slide 7 - Quizvraag


Verbale communicatie: dat is communiceren met woorden, via spraak, papier, chat.

Non verbale communicatie: dit is communiceren zonder woorden. Via je lichaamstaal geef je aan wat je denkt of wil. 
                                                     

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Uitstraling 
Hoe iemand eruit ziet, heeft ook met non verbale communicatie te maken.
- Mensen vormen hun mening 
   aan de hand van wat ze zien.

Voorbeeldje > Die dikke zal wel te veel en ongezond eten.... 
                                            .... maar het blijkt door een ziekte te komen.

Slide 10 - Tekstslide

Vooroordelen 
Bij communiceren spelen verwachtingen ook een rol. 
Soms kan het zijn dat je een vooroordeel hebt: Je hebt een mening over iets of iemand wat niet gebasseerd is op feiten.


Slide 11 - Tekstslide

Communicatiestoornissen

Als de informatie niet goed overkomt dan is er een communicatiestoornis.
Dit kan ontstaan door niet goed luisteren maar ook  
door onduidelijk zijn. 

Communicatiestoornissen kunnen ook ontstaan 
door verschillende culturen.
Denk aan  het verschil van eetgewoonten, taal 
of handgebaren die iets anders betekenen
in een andere cultuur. 

Slide 12 - Tekstslide

Een oordeel is: een mening over de uitstraling van mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

vooroordeel is een mening over een groep mensen die je niet goed kent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Vooroordeel
Geen Vooroordeel
Zigeuners stelen allemaal
Buitenlanders zijn lui
Zigeuners noemen zichzelf Roma of Sinti
Alle blonden meisjes zijn dom
Alle Marokkanen zijn stom
In limbrug wonen limburgers

Slide 15 - Sleepvraag

To Do
Maken test jezelf op blz 190

Slide 16 - Tekstslide

8.5: 
Met elkaar omgaan

Slide 17 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen: 

- pesten
- cyberpesten
- vertrouwingspersoon
- geheimhoudingsplicht 

Slide 18 - Tekstslide

Veiligheid op school 
- MENTOR

- VERTROUWINGSPERSOON

- GEHEIMHOUDINGSPLICHT

Slide 19 - Tekstslide

Plagen:

  • niet om pijn te doen;
  • gebeurt niet vaak;
  • gebeurt niet telkens bij dezelfde persoon;
  • is maar een grapje.

! Vindt iedereen leuk !


Pesten:
  • gebeurt met opzet;
  • is vaak gemeen;
  • gebeurt vaak;
  • gebeurt telkens bij dezelfde persoon.

! Vindt niet iedereen leuk !

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen van pesten


Gepeste jongeren voelen zich alleen.
Ze worden somber en onzeker.
Andere leerlingen voelen zich vaak ook onveilig.

Slide 21 - Tekstslide

Pesten





- asociaal gedrag 
- meelopen
- lichamelijk geweld

Cyperpesten





- Vervelend berichtje krijgen
- Internet

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je tegen pesten doen?

Gepeste leerling bij de groep halen;
Pestkoppen duidelijk maken dat ze niet leuk zijn;
Naar de mentor of vertrouwenspersoon gaan.

Slide 23 - Tekstslide

AAN HET WERK
Maken test jezelf op blz 196 en 197

Als het goed gegaan is gaan we oefenen met lichaamstaal dmv een spelletje 


Slide 24 - Tekstslide