In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Planning maandag
- Huiswerk nakijken
- Oefenen werkwoordspelling
- Instructie paragraaf 9
Slide 1 - Tekstslide
www.cambiumned.nl
Werkwoordspelling oefenen
Slide 2 - Tekstslide
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden.
Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten.
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: lopen-> liepen; ruiken-> roken; zoeken-> zochten.
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: hopen-> hoopten; praten-> praatten; spelen-> speelden.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht: schrijf zo veel mogelijk sterke werkwoorden op
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht: schrijf zo veel mogelijk zwakke werkwoorden op
Slide 5 - Tekstslide
Planning dinsdag
- Herhalen paragraaf 9
Instructie paragraaf 10 en 11
- Werkwoordspelling oefenen/huiswerk maken
Slide 6 - Tekstslide
Doelen
- Je kunt persoonsvorm verleden tijd schrijven van sterke en zwakke werkwoorden
- Je oefent de pvtt en pvvt door elkaar
Slide 7 - Tekstslide
Een sterk werkwoord...
A
Verandert van klank in de verleden tijd
B
Verandert niet van klank in de verleden tijd
Slide 8 - Quizvraag
Zwakke werkwoorden (meerdere antwoorden goed):
A
bellen
B
rennen
C
beantwoorden
D
lezen
Slide 9 - Quizvraag
Dit is geen sterk werkwoord:
A
zien
B
drinken
C
vliegen
D
leren
Slide 10 - Quizvraag
Spelling
Spelling
Slide 11 - Tekstslide
Stroomschema pvvt
pvvt
Slide 12 - Tekstslide
Mijn vrienden en ik ... (spelen) gisteren voetbal in het park.
Slide 13 - Open vraag
Zij ... (lezen) een interessant boek.
Slide 14 - Open vraag
De kat ... (slapen) in de vensterbank.
Slide 15 - Open vraag
... (beantwoorden) jij gister de mail?
Slide 16 - Open vraag
De moeder ... (koken) een eitje voor het ontbijt.
Slide 17 - Open vraag
Kies:
- werkwoordspelling trainen
- verder werken aan huiswerk:
Alle opdrachten van paragraaf 9, 10 en 11.
Slide 18 - Tekstslide
Planning woensdag
Nieuwsuur
Wat heb je nodig?
Laptop (dicht op tafel)
Pen/potlood
Slide 19 - Tekstslide
Elke week één uur nieuwsuur.
- Nieuwsbericht lezen
- Nadenken/praten over het bericht
Slide 20 - Tekstslide
Wat verwacht je te lezen in dit nieuwsartikel?
Slide 21 - Woordweb
Lezen maar!
Omcirkel woorden die je niet kent.
Slide 22 - Tekstslide
Moeilijke woorden
- regionale
- uitgesloten
- precedent
- term
- aldus
- referentiepunt
nog meer?
Slide 23 - Tekstslide
In eigen woorden.. regionale
Slide 24 - Open vraag
In eigen woorden.. uitgesloten
Slide 25 - Open vraag
In eigen woorden.. referentiepunt
Slide 26 - Open vraag
Wanneer spreken we van zomerse dagen en tropische dagen volgens het nieuwsbericht?
Slide 27 - Open vraag
Wat is de gebruikelijke maximumtemperatuur voor september in Nederland?
Slide 28 - Open vraag
Opdracht
Schrijf een nieuwsartikel waarin je de huidige weersvoorspellingen en situatie volledig omkeert en beschrijft alsof er zich een ongewoon koude en stormachtige week voordoet in Nederland.
Slide 29 - Tekstslide
Planning donderdag
- Introductie 'Stoer'
- Lezen
- Eerste indrukken
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Stoer!
Wat roept deze titel bij jou op?
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Nabespreken
Kun je al iets vertellen over de karaktereigenschappen van Mark?