In plaats van 'de laptop van broertje' kun je ook zeggen 'mijn broertjes laptop'. De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.
de mountainbike van mijn broer → mijn broers mountainbike
de viool van Okke → Okkes viool
de passer van Farah → Farahs passer
het broodje van Corné → Cornés broodje