KERN 35_spreekwoorden

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

Test jezelf: quiz spreekwoorden!
  • Uitleg spreekwoorden (les 35)
  • Oefenen met spreekwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 35
  1. Je weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk.
  2. Je weet de betekenis van spreekwoorden en je kunt ze zelf gebruiken.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Test jezelf: spreekwoorden (figuurlijk taalgebruik)


>> 4 vragen.
>> Inloggen bij LessonUp. (Individueel)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat betekent het spreekwoord:
'Het kwartje horen vallen?

timer
1:30

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wat betekent het spreekwoord:
'Met vuur spelen'?

timer
1:30

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat betekent het spreekwoord:
'De koe bij de horens vatten'?

timer
1:30

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat betekent het spreekwoord:
'Over koetjes en kalfjes praten'?

timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden bespreken.
>> voorbereiding op spreekwoordenplaat.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenissen spreekwoord
  • Als je niet weet wat dit betekent, hoe kom je hier dan achter?
  • Probeer het voor je te zien. / Maak het letterlijk
  • Weet je het dan al?

  • Figuurlijk (in je hoofd, fantasie) 
  • Letterlijk (echt, precies zoals je het zegt)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: met vuur spelen
  • Betekenis:  
  • Gevaarlijke dingen doen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: met vuur spelen
  • Betekenis:  
  • Gevaarlijke dingen doen.
Bestaat er een vergelijkbaar spreekwoord in jouw taal? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: het kwartje horen vallen.
  • Betekenis:  
  • Iemand begrijpt iets. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: het kwartje horen vallen.
  • Betekenis:  
  • Iemand begrijpt iets. 
Bestaat er een vergelijkbaar spreekwoord in jouw taal? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: De koe bij de horens vatten / grijpen.
  • Betekenis:  
  • Direct een moeilijk gesprek aangaan /
  • iets moeilijks aanpakken 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: De koe bij de horens vatten / grijpen.
  • Betekenis:  
  • Direct een moeilijk gesprek aangaan /
    iets moeilijks aanpakken. 
Bestaat er een vergelijkbaar spreekwoord in jouw taal? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: Praten over koetjes en kalfjes.
  • Betekenis:  
  • Praten over nutteloze zaken. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij om welk spreekwoord het hier gaat? 

  • Maak het letterlijk
  • Wat ziet je? / wat gebeurt er?
  • Spreekwoord: Praten over koetjes en kalfjes.
  • Betekenis:  
  • Praten over nutteloze zaken. 
Bestaat er een vergelijkbaar spreekwoord in jouw taal? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat?
Zet het juiste nummer, bij het juiste spreekwoord/betekenis. Een deel van deze lijst leer je voor PTO-4.
Hoe?
Werk met buurman/buurvrouw.
Tijd?
10 minuten. Daarna nakijken.
Klaar?
Werk aan NUMO. 
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 - spreekwoorden.
Luister goed. 
Schrijf de spreekwoorden op die je hoort. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 10 spreekwoorden zie je?
Lisa had slecht geleerd voor haar toets Nederlands. Maar een vos verliest zijn streken niet. Misschien kon ze wel afkijken! Ze zou dit varkentje wel even wassen. Misschien zat ze naast Oleg, hij schreef heel duidelijk. Dan viel ze met haar neus in de boter. 
Als ze een antwoord niet wist, sprak ze over koetjes en kalfjes om maar een antwoord te hebben staan. Ze voelde zich als een vis in het water. 
Oei, de docent liep langs. Ze moest eieren voor haar geld kiezen. Als ze nu zou afkijken, zou ze met vuur spelen. 
Haar vader spiekte ook op elke toets, natuurlijk de appel valt niet ver van de boom. 
De docent keek haar kant uit, maar ze was als een wolf in schaapskleren. 
Oeps, Oleg had zijn blaadje omgedraaid en bij Vera kijken was niet mogelijk. Haar handschrift was als zoeken naar een speld in een hooiberg. 

Slide 21 - Tekstslide

Lees de tekst voor en laat de leerlingen opschrijven welke spreekwoorden ze horen. 

Of makkelijker: 
slide 19 > laat de leerlingen de spreekwoorden zoeken. 
Het meisje Lisa had helaas maar slecht geleerd voor haar tentamen Nederlands. Met lange tanden begon ze aan de toets. In plaats van een duidelijk antwoord te geven, besloot ze over koetjes en kalfjes te praten om maar een antwoord te hebben staan. Toch beter dan bij de pakken neerzitten, dacht ze. Ze probeerde te variëren in haar antwoorden, maar het werd allemaal één pot nat. Zou ze nu spieken? Het was natuurlijk met vuur spelen, maar ze had het met vallen en opstaan geleerd. Haar vader spiekte ook op elke toets, natuurlijk de appel valt niet ver van de boom. Misschien gesnapt worden of toch proberen om een antwoord af te kijken? Elke medaille had natuurlijk een keerzijde, misschien zou het wel lukken. Helaas, toch betrapt: een ongeluk komt immers te paard en gaat te voet. Nu een slecht cijfer, maar bij de volgende keer zal als een feniks uit de as herrijzen.
In de volgende tekst staan 10 spreekwoorden. Haal ze er allemaal uit en schrijf de betekenis op. Zoek de spreekwoorden op op internet.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies