Talent 3.3 Lezen

Stillezen
timer
10:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Vragen over huiswerk?
- 3.3 Lezen: betoog, oorzaak-gevolg verband + signaalwoorden
- 3.7 Grammatica: meewerkend voorwerp, bedrijvende en lijdende vorm


Over 2 weken toets! Dus veel zelf doen. Volgende week gaan we verder met Grammatica én Spelling. 

Slide 2 - Tekstslide

P. 147, opdr. 5
(bij Tekst 1, Niet is zo belangrijk als geletterdheid)
Onderwerp?
Tekstsoort?
Tekstdoel?
Tweedeling of driedeling?
Bron?
Schrijver?

Slide 3 - Tekstslide

Dat komt door het ontbreken van een leescultuur. (r.21)

Welke drie redenen voert de schrijfster hiervoor aan?

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb heel slecht geslapen, waardoor ik nu chagrijnig ben. 


Slide 5 - Tekstslide

Ik heb heel slecht geslapen, waardoor ik nu chagrijnig ben. 


Slide 6 - Tekstslide

Ik heb heel slecht geslapen, waardoor ik nu chagrijnig ben. 

Verband tussen oorzaak en gevolg.

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverband en signaalwoorden
Oorzaak en gevolg
Een oorzaak – gevolg tekstverband herken je aan signaalwoorden: daardoor, doordat, waardoor, met als gevolg, zodat. 
Bijvoorbeeld:
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Oorzaak: brug open.
Gevolg: Peter komt te laat.




Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden, opdr. 7
alinea
signaalwoord
tekstverband
3
maar
5
dus
6
zodat
oorzaak en gevolg

Slide 9 - Tekstslide


Leren: Tekstverband 3
Maak alle opdrachten van 3.3!

Slide 10 - Tekstslide

3.7 Grammatica 
- meewerkend voorwerp
- bedrijvende en lijdende vorm

Slide 11 - Tekstslide

Ik moet het boek aan mijn vader geven.

Slide 12 - Tekstslide

De docent maakt voor zijn leerlingen een interessante opdracht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

De man wordt door zijn hond gebeten.

Slide 15 - Tekstslide

Volgende week gaan we verder met 3.7 Grammatica en 3.8 Spelling!

Slide 16 - Tekstslide

Ik had twee nachten niet geslapen. Daardoor was ik ontzettend moe.
A
samenvattend tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tekstverband oorzaak en gevolg
D
tegenstellend tekstverband

Slide 17 - Quizvraag

tekstverband van oorzaak en gevolg
A
omdat
B
dus
C
kortom
D
waardoor

Slide 18 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband oorzaak en gevolg?
A
daardoor
B
en
C
ook
D
dus

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

De directeur gaf haar een mooi cadeau.
A
de directeur
B
geeft
C
haar
D
een mooi cadeau

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
A
het vakantiewerk
B
heeft opgeleverd
C
ons
D
vijftig euro

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Hij liet haar zijn website zien.
A
hij
B
liet zien
C
zijn website
D
haar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

De winnaar wordt een boekenpakket aangeboden.
A
de winnaar
B
wordt
C
een boekenpakket
D
aangeboden

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Waarom hebben jullie dat aan hem gegeven?
A
dat
B
hebben
C
jullie
D
aan hem

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Heb je voor mij ook een blikje meegebracht.
A
heb gekregen
B
voor mij
C
een blikje
D
ook

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Zij heeft het mij toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
mij
D
toch

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Belangstellenden worden inlichtingen verstrekt door de rector.
A
belangstellenden
B
worden verstrekt
C
inlichtingen
D
door de rector

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Artsen zonder grenzen hebben de slachtoffers medicijnen en dekens uitgedeeld.
A
Artsen zonder grenzen
B
hebben uitgedeeld
C
de slachtoffers
D
medicijnen en dekens

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

We hebben mijn opa een fles drank gegeven.
A
we
B
hebben gegeven
C
mijn opa
D
een fles drank

Slide 29 - Quizvraag

Betoog over TikTok.
Wat vind jij van TikTok? Schrijf je mening in één zin. 
Onderbouw je mening met 2 argumenten. 
timer
2:30

Slide 30 - Tekstslide