Les 6 - Didactische werkvormen

Les didactische werkvormen 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LLGMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les didactische werkvormen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Didactische werkvormen 
Didactische werkvormen zijn: 
manieren waarop je de bewegingsvormen en organisatie aanbiedt.

Deze les:
Het begrip 
Diverse soorten van didactische werkvormen.  

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn didactische werkvormen?

Slide 5 - Open vraag

Didactische werkvormen 
Didactische werkvormen zijn: 
manieren waarop je de bewegingsvormen en organisatie aanbiedt.

Manieren om activiteit in de zaal (veld, zwembad) zo te organiseren dat sporters zo veel mogelijk leren.


Het is dus een activiteit van de lesgever om een dusdanige lesgeefsituatie te creëren dat er een optimaal ' leerklimaat' ontstaat.  


Slide 6 - Tekstslide

Didactische werkvormen 
Kent twee kanten: 

Een activiteit (actie) van de lesgever gevolgd door een activiteit (reactie) van de deelnemers. 


Er is dus sprake van een wisselwerking. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Organisatorisch
Vrij werken:
Sporters hebben de vrije keuze in de bewegingssituatie en bewegingsvorm. 

Werken in groepen:
Sporters worden in groepen verdeeld en gaan soms zelfstandig en soms ook onder begeleiding aan de slag. 

Werken in vaste volgorde:
Hierbij kun jij bijvoorbeeld denken aan toestelbaan, hindernisbaan of een circuit. 

Klassikaal werken: 
Alle sporters zijn met hetzelfde bezig onder leiding van de lesgever. 

Slide 9 - Tekstslide

Gymles aan kleuters
Turnclub 
Freerunning 
Theorie les MBO 
Vrij werken 
Werken in groepen 
Werken in een vaste volgorde 
klassikaal

Slide 10 - Sleepvraag

Antwoorden
Werken in een vaste volgorde:
Freerunning 
Werken in groepen: 
Turnclub
Klassikaal:
Theorie-les (MBO) 
Vrij werken: 
Gymles aan kleuters

Slide 11 - Tekstslide

Wijze van aanbieden
Opdrachtvorm
De lesgever bepaalt wat er gebeurt en geeft de opdrachten. 

Dit kunnen gesloten of open opdrachten zijn. 

Opdrachten kunnen verbaal maar ook visueel (bijvoorbeeld met mediakaarten) gegeven worden. 

Slide 12 - Tekstslide

Wijze van aanbieden
Instructievorm:

Instructie is het geven van technische en/of tactische aanwijzingen.  

Dit kan: 
Auditief = praatje 
Visueel = plaatje 
Tactiel of manueel = laten voelen van de beweging. 

Slide 13 - Tekstslide

Ik geef een turnles aan leerlingen van de middelbare school. Ik laat als docent de handstand zien. Deze moeten de leerlingen na doen.
A
Auditief
B
Tactiel / manueel
C
Visueel

Slide 14 - Quizvraag

Ik geef zwemles aan kinderen van (ongeveer) 5 jaar. Een kindje voert de beenslag niet goed uit. Ik help hem door de beweging mee te volgen door zijn voetjes vast te pakken.
A
Auditief
B
Tactiel / manueel
C
Visueel

Slide 15 - Quizvraag

Wijze van aanbieden
Vraagvorm
De lesgever stelt vragen aan de sporters over bijvoorbeeld: 
De bewegingsvorm 
De tactiek 
De spelregels 
De samenwerking

Voordelen hiervan zijn: 
Sporter is betrokken 
Sporter moet zelf nadenken 
Sporter komt zelf met een oplossing 
Vergroot zelfstandigheid en kan leerproces versnellen. 

Slide 16 - Tekstslide

Wijze van aanbieden
Zelfondekking:
In plaats de dingen kant en klaar aan te bieden gaan de sporters zelf dingen ontdekken zoals: 
Hoe kan ik het beste aanlopen.
Hoe kan ik het beste vangen. 

Voordelen
Deze methode bevordert zelfredzaamheid en levert gemotiveerde sporters op. 

Slide 17 - Tekstslide

Wijze van aanbieden
Coachvorm
Kan op twee manieren: 

Feedforward: 
Voorzeggend coachen zoals nu springen! 

Feedback: 
Acteraf ' dit deed je goed' 

Slide 18 - Tekstslide

Wijze van aanbieden
Spelvorm:
Al spelend leer je de sporters wat aan.

Bijvoorbeeld: 
- Door een rollenspel leer je beter samenwerken. 

- Door een quiz leer je de spelregels.

Slide 19 - Tekstslide

Ik zie een leerling een salto maken op de trampoline. Ik zie dat hij niet goed genoeg afzet. Ik loop naar hem toe om te vertellen wat hij beter kan doen.
A
Feedforward
B
Feedback

Slide 20 - Quizvraag

Voorbeeld door docent:
A
Vrij werken
B
Werken in groepen
C
Werken met vaste stroomvormen
D
Klassikaal werken.

Slide 21 - Quizvraag

Voorbeeld door docent:
A
Vrij werken
B
Werken in groepen
C
Werken met vaste stroomvormen
D
Klassikaal werken.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Woordweb

Ruimte die de lesgever biedt:
Gesloten
Lesgever bepaalt en neemt initiatief. 

Open
Lesgever begeleidt en groep heeft keuze vrijheid over invulling les. 

Slide 28 - Tekstslide