Formatieve evaluatie zinsdelen - wwg, o, lv, mv, bwb
Leerdoelen
Zinsdelen:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden
Ik kan het onderwerp in een zin vinden
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden
Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden
Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin vinden
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Zinsdelen:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden
Ik kan het onderwerp in een zin vinden
Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden
Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden
Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin vinden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het wwg? Onze buren zijn naar Amsterdam verhuisd.
A
Zijn
B
Verhuisd
C
Zijn verhuisd
D
Zijn naar Amsterdam verhuisd
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het wwg? Mijn zus zit de hele avond te appen.
A
Zit
B
Appen
C
Zit appen
D
Zit te appen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het wwg? De winkelier is het rolluik vergeten te sluiten.
Slide 4 - Open vraag
Beheers je het leerdoel 'Ik kan het wwg in een zin vinden'? Als jet het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Video
Checkvraag. Wat is het wwg? Het meisje laat haar lange haren knippen.
A
Laat
B
Knippen
C
Laat haar haren knippen
D
Laat knippen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het onderwerp? De kat van de buren is weggelopen.
A
De kat
B
De kat van de buren
C
De buren
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het onderwerp? In de tuin staat een mooie appelboom in bloei.
A
In de tuin
B
De tuin
C
Appelboom
D
Een mooie appelboom
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het onderwerp? De vader geeft zijn baby een flesje melk.
Slide 10 - Open vraag
Beheers je het leerdoel 'Ik kan het onderwerp in een zin vinden'? Als jet het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Video
Checkvraag. Wat is het onderwerp? In het stadspark is een robotmaaier aan het werk.
A
In het stadspark
B
Het werk
C
Een robotmaaier
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp? Die jongen zit de hele dag op zijn iPad.
A
Die jongen
B
De hele dag
C
Op zijn iPad
D
Er staat geen lv in
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp? Waarom heb jij een pizza mee naar school genomen?
A
Jij
B
Een pizza
C
Mee naar school
D
Er staat geen lv in
Slide 15 - Quizvraag
Beheers je het leerdoel 'Ik kan het lijdend in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Video
Checkvraag. Wat is het lv? De docent geeft de klas een compliment.
Slide 18 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp? Het baasje geeft zijn hond een snoepje.
A
Het baasje
B
Een snoepje
C
Zijn hond
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp? Hij staat voor de ingang te wachten.
A
Hij
B
Voor de ingang
C
Er staat geen mv in
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp? Ik heb bij de bloemist een bosje bloemen voor mijn moeder gekocht.
A
De bloemist
B
Voor mijn moeder
C
Een bosje bloemen
Slide 21 - Quizvraag
Beheers je het leerdoel 'Ik kan het meewerkend in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Poll
Slide 23 - Video
Checkvraag. Wat is het mv? De docent geeft de klas een compliment.
Slide 24 - Open vraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling? De leerlingen zetten de stoelen op tafel.
A
De leerlingen
B
Op tafel
C
De stoelen
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling? Mijn moeder bewaart lekkere chocolade in het keukenkastje.
A
Mijn moeder
B
Lekkere chocolade
C
In het keukenkastje
D
Er staat geen bwb in
Slide 26 - Quizvraag
Beheers je het leerdoel 'Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Slide 28 - Video
Checkvraag. Wat is de bijwoordelijke bepaling(en)? Ik heb soms geen zin naar school te gaan.
Slide 29 - Open vraag
Laat weten aan welk(e) leerdoel(en) jij nog wilt werken!
Slide 30 - Open vraag
Heb je nog leerdoelen waaraan je wilt werken?
Je kunt hierna de slide aanklikken met het leerdoel waaraan je wilt werken. Je wordt dan naar een oefensite gelinkt. Succes!