À l'office du tourisme

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour!

Leg je laptop en je wisbordje op tafel!

Les buts

1. Je kunt een paar attracties in een stad noemen

2. Je kan in het frans de weg vragen en de weg wijzen

Wat gaan we doen

1. Herhalen vorige week (handige zinnen + hoeveelheidswoorden)

2. Intro filmpje

3.  Opdrachten maken A, C, E, F  (wegwijzen)

4. Nakijken Opdrachten

5. Eindfilmpje

Welke hoeveelheidswoorden
ken je in het Frans?

Handige chunks

Weet je nog hoe je dit zegt in het frans... Schrijf op je wisbordje!

1. Ik wil graag 2 bananen                                        

2. Ik wil graag 2 bananen hebben

3. Ik wil graag 2 bananen kopen

4. Wij willen graag 2 bananen kopen

Nakijken

1. Ik wil graag 2 bananen   --> Je voudrais deux bananes              

2. Ik wil graag 2 bananen hebben --> Je voudrais avoir deux bananes

3. Ik wil graag 2 bananen kopen --> Je voudrais acheter deux bananes

4. Wij willen graag 2 bananen  --> Nous voudrions deux bananes

Voorbereiden op introfilmpje

1. Hoe vraag je naar de weg in het Nederlands?

2. Wat voor soort woorden heb je nodig om de weg te wijzen?

--> Schrijf even op je wisbordje

Zinnetje: 

Pardon, je cherche la piscine s'il vous plaît?

Woorden:

à gauche --> Linksaf      Aller --> Gaan

           à droite --> Rechtsaf      Puis --> Daarna      

                              tout droit --> Rechtdoor                                 

Au travail!

Maak opdrachten:

A, C, E, F

Schrijf netjes in je schrift,

je moet er uit kunnen leren!

Je mag een vertaalsite gebruiken (reverso)

A.

• Het museum --> Le musée

• Het attractiepark  --> Le parc d'attractions

• De dierentuin-> le zoo

• Het park -> le parc

• Het strand -> la plage

• Het bos -> la forêt•
De kerk -> l'église•
De kathedraal -> la cathédrale

• Het stadhuis  -> la mairie

• De markt-> le marché

• De grot -> la grotte

• Het zwembad-> la piscine

• Het theater -> le théâtre

• Het winkelcentrum -> le centre commercial

• Het treinstation -> la gare

• Het stadion -> le stade

C.

1. La piscine s'il vous plaît?

--> Het zwembad alstublieft?

2. Pardon, la plage c'est où s'il vous plaît

Pardon, waar is het strand, alstublieft?

3. Excusez-moi, je cherche le camping

Pardon, ik zoek de camping

E

Links --> gauche

Rechts --> droite

Rechtdoor --> tout droit

Dichtbij --> près (de)

Ver --> loin (de)

F

À côté de l'eglise --> Naast de kerk

En face de la boulangerie -->  Tegenover de bakker

Au bout de la rue --> Aan het eind van de straat

Devant l'office du tourisme --> Voor de vvv

Les buts

1. Je kunt een paar attracties in een stad noemen

2. Je kan in het frans de weg vragen en de weg wijzen

Hoe zeg je dat je naar links gaat en daarna naar rechts?

1. Vous allez à droite, puis vous allez à gauche
2. Vous allez à gauche, puis vous allez à droite

Au revoir!

Leg je wisbordje terug en schuif je stoel aan!