Kanker, diagnostiek en stadiëring

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 10 signalen kunnen wijzen op kanker

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10 signalen van kanker
Heesheid/hoest
Slikklachten
Nieuwe/ veranderende moedervlekken
Schilferende plekjes of bobbeltjes op de huid
Verdikking/ bobbels in het lichaam
Vaginaal bloedverlies / afscheiding
Vreemde stoelgang
Verandering bij urineren
Gewichtsverlies
Vermoeidheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noteer welke factoren meespelen bij het krijgen van kanker?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve preventie is een vorm van:
A
secundaire preventie
B
tertiaire preventie
C
primaire preventie
D
bestaat niet als vorm

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Primaire preventie
Het voorkómen dat nieuwe gevallen van een ziekte (en sterfte) optreden door het wegnemen van de oorzaken.: activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een bepaald gezondheidsprobleem, ziekte of ongeval krijgen.
Secundaire preventie: vroege opsporing van ziekten of afwijkingen bij personen die ziek zijn, een verhoogd risico lopen of een bepaalde genetische aanleg hebben. De ziekte kan daardoor eerder worden behandeld, zodat deze eerder geneest of niet erger wordt.
Tertiaire preventie: voorkomen van complicaties en ziekteverergering bij patiënten. Ook het bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten valt hieronder. 
Noteer zoveel mogelijk exogene
factoren
die meespelen bij risico op kanker

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

factoren
  • Ioniserende straling      
  • beroepsrisico's
  • Geneesmiddelen
  • infecties
  • Milieu     

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Benoem endogene factoren die van invloed zijn op ontstaan van kanker

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan een goedaardige tumor toch een kwaadaardige uitwerking hebben?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van kanker
Carcinomen

Sarcomen

Hematologische maligniteit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een sarcoom is een tumorsoort die uitgaat van:

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Classificerende diagnose
Stadierings systematiek:
T ==> Tumor    N==> Nodus       M==> Maligniteit


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Opdacht 13 blz. 110

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Monoklonale antilichamen zijn eiwitten (afweer- of antistoffen) die in het laboratorium worden ontwikkeld. Zij worden zo gemaakt dat ze eiwitreceptoren op de buitenkant van kankercellen kunnen herkennen en eraan binden. Ze zorgen ervoor dat de cel(kern) niet meer het signaal krijgt om te delen of dat celdood van de kankercel wordt gestimuleerd. Dit kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door een receptor die continu geactiveerd is uit te schakelen. Of door de verbinding tussen de groeifactor en receptor te blokkeren.