Hoofdstuk 8: Observeren Paragraaf 8.2: Observeren met een stappenplan
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Opvoeding
Hoofdstuk 8: Observeren Paragraaf 8.2: Observeren met een stappenplan
Slide 1 - Tekstslide
Periode 4
Week 1
Observeren en nauwkeurig kijken
Week 2
Observeren met een stappenplan
Week 3
Methoden van observeren
Week 4
Rapporteren
Week 5
Kinderen volgen
Week 6
Themakist ontwerpen
Week 7
Themakist ontwerpen
Week 8/9
Herhaling, presentaties, kennistoets
Slide 2 - Tekstslide
Terugkoppeling voorgaande les
Waarnemen en observeren
Wat heb je ..
Slide 3 - Tekstslide
Lesweek 4.2 lesdoelen
De student:
Weet wat methodisch observeren is
Kan een stappenplan maken voor een observatie
Weet wat belangrijke aandachtspunten zijn bij het interpreteren van observatiegegevens.
Slide 4 - Tekstslide
Als we waarnemen treden er meteen allerlei processen in werking.
We willen van kleine brokjes informatie zo snel mogelijk een betekenisvol geheel maken. Niets is wat het lijkt…
Slide 5 - Tekstslide
Lezen
Lees bladzijde 220 t/m 224
Slide 6 - Tekstslide
Methodisch observeren
Het stappenplan bestaat uit de volgende stappen:
1. Schrijf op waarom je gaat observeren
2. Schrijf op wat de achtergrond gegevens zijn
3. Schrijf de vraagstelling op
4. Kies de observatiemethode
5. Voer de observatie uit
Slide 7 - Tekstslide
Methodisch observeren
Maak groepjes van 2 à 3 personen om
samen te gaan observeren.
Denk aan observaties zoals: de kantine, de aula, bij de bushalte, conciërge etc.
Slide 8 - Tekstslide
Stap 1
Schrijf op waarom je gaat observeren:
Bedenk wat de aanleiding is voor de observatie. De aanleiding hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar het kan ook een positieve situatie zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Stap 2
Schrijf de achtergrondgegevens op:
Denk bijvoorbeeld aan de leeftijd, thuissituatie of het gedrag van een leerling, collega of docent.
Slide 10 - Tekstslide
Stap 3
Schrijf de vraagstelling op:
1. Wie ga je observeren? (Benoem alleen de voorletter- AVG wetgeving).
2. Welk aspect van het gedrag ga je observeren?
3. In welke situatie ga je observeren? (Denk hierbij bijvoorbeeld aan een groep studenten in de aula, het personeel bij de catering, de conciërges etc.)
Slide 11 - Tekstslide
Stap 4
Kies de volgende observatiemethode en hulpmiddelen uit:
Hulpmiddelen bij observeren: pen, papier, laptop etc.