InDifferent les - Week tegen pesten

Week Tegen Pesten 
Samen aan zet
Klassikale les 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Week Tegen Pesten 
Samen aan zet
Klassikale les 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen aan zet 
Klassikale les 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk les
Week Tegen Pesten
  • Je leert te reflecteren over positieve en negatieve ervaringen met online vriendschap;

  • je ontdekt dat vrijwel iedereen zowel positieve als negatieve ervaringen heeft;

  • je leert te reflecteren over de ongeschreven regels over vriendschap via social media;

  • je leert om iets te doen met negatieve ervaringen van jezelf en anderen;

  • je denkt na over je eigen rol, en hoe je zelf het verschil kunt maken in de manier waarop mensen online met elkaar omgaan.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger zeiden ze: een betere wereld begint bij jezelf. Maar misschien hoort daar nog wel iets bij, want in je eentje krijg je dat niet voor elkaar. We moeten het dus samen doen. 
We zijn samen aan zet!
Huiswerk les
Week Tegen Pesten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les gaat over online vriendschap. Eigenlijk gaat het over het verschil tussen ervaringen waar je blij van wordt en ervaringen die kwetsend zijn. Iedereen kan gekwetst worden, zelfs de stoerste mensen, van wie jij denkt dat ze onaantastbaar zijn. 
En jij dus ook. 
Maar niet alle online ervaringen zijn slecht: je kunt ook een
enorme boost krijgen als het online contact spannend en leuk is.
Huiswerk les
Week Tegen Pesten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.
Vrijheid van meningsuiting
Klassikale les
Week Tegen Pesten

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is.

Definitie: “De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.”

Bron: Raad voor de rechtspraak.
Haatzaaien is aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. 
Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Haatzaaien
Klassikale les
Week Tegen Pesten

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat haatzaaien (of ‘aanzetten tot haat, discriminatie of geweld’) betekent, en welke (strafbare) uitingen er nog meer zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken.

Er is dus vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent niet dat je zomaar álles mag zeggen. Je mag bijvoorbeeld nooit iets beledigends of discriminerends zeggen. Dat is strafbaar. Ook haatzaaien, waar het tegenwoordig vaak over gaat, is strafbaar.

Definitie: haatzaaien is “aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap”. 

Bron: Wetboek van Strafrecht.

Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is. 
Laster
Beledigen
Smaad
Elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in
het openbaar. 
Opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te
beschuldigen in het openbaar
Klassikale les
Week Tegen Pesten

Slide 8 - Tekstslide

Leg kort uit wat andere strafbare uitingen zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken:
  • Smaad (art. 261 Wetboek van Strafrecht): opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te beschuldigen in het openbaar.
  • Laster (art. 262 Wetboek van Strafrecht): het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is.
  • Belediging (art. 266 Wetboek van Strafrecht): elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in het openbaar.
Omdat niet direct duidelijk is waar bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting ophoudt en er sprake is van haatzaaien, zijn er rechtszaken nodig om hierover duidelijkheid te krijgen. De rechter spreekt zich dan uit
over de vraag of wat er gebeurde strafbaar was of niet. Een bekend voorbeeld hiervan is de rechtszaak
tegen Geert Wilders. Sommigen vinden dat bijvoorbeeld zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak onder
haatzaaien valt, terwijl anderen vinden dat dit onder de vrijheid van meningsuiting valt. Het is aan de rechter voorlegd en die moet nu oordelen wat wel en wat niet mag.
Maar los van wat de wet zegt, of wat de rechter erover oordeelt, kunnen wij zelf ook een mening hebben over hoe mensen zich online gedragen. Of we het gepast vinden, of ‘net op het randje’, of onwenselijk, of echt over de grens. Sterker nog: we hebben een eigen verantwoordelijkheid. Ook al omdat we niet alles aan de rechter kunnen voorleggen. We leven nu eenmaal samen en als iedereen zijn best doet om het samenleven prettig te houden en niet een ander iets aandoet wat je zelf ook niet fijn zou vinden, komen we een heel eind! 
Moeten er wetten komen waarin staat hoe wij online met elkaar omgaan?

Slide 9 - Woordweb

Rond dit deel af en kondig de laatste activiteit aan: we gaan nu als klas onderzoeken of wij regels nodig hebben. 

Bespreek eerst met leerlingen de vraag waarom regels voor online gedrag wel of niet nodig zijn. Wie moet die regels dan bepalen? Zijn die regels anders dan wat we in het gewone leven al aan regels hebben? Moet het in wetten worden vastgelegd hoe we online met elkaar moeten omgaan, of is daar de
wet niet voor en moeten burgers dat gewoon samen onderling regelen? En moeten die regels ook gehandhaafd worden? Door wie? Wat moet er gebeuren als iemand de regels overtreedt? 
0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Heb jij ervaringen met haataccounts?

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
 Was je daar zelf slachtoffer van?

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zou jij iemand adviseren die slachtoffer 
is van een haatacount? 
Wat kun je dan het beste doen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Zijn haat-accounts hetzelfde als meme-accounts?

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als je bij de vorige vraag 'Nee' hebt gekozen: 
kun je verschillen noemen?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Bedenk 1 regel waarin staat hoe wij met elkaar, 
als klas, willen omgaan.

Slide 16 - Open vraag

Laat elke leerling afzonderlijk 1 regel bedenken.

Kies
samen maximaal drie regels die de leerlingen met elkaar als klas willen
afspreken over hoe zij dit jaar met elkaar willen omgaan. Probeer daarbij het
bewustzijn steeds te activeren over het verschil tussen online en offline gedrag.
Noteer de drie regels ergens, zodat leerlingen ze kunnen terugvinden.

Hiervoor kun je ook het Klassenverdrag (bijlage) gebruiken.
0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Welke ongeschreven regels gelden er in 
jouw online-vriendengroepen? 
Werkt dat met die oogtags bij jullie ook zo?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Denk jij dat taggen en commenten voor iedereen even belangrijk is? Hoezo?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Gaan jongens en meisjes anders om met online vriendschappen? 
Kun je dit toelichten?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel, je moet die oude mensen uitleggen wat sociale media is en waarom het belangrijk is voor jonge mensen. Hoe zou je dat uitleggen? 

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Zijn sociale media voor jou door corona belangrijker geworden dan het daarvoor was?

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


 Hoe komt het volgens jou dat mensen online vaak anders met elkaar omgaan dan in het gewone (offline) leven?

Slide 23 - Open vraag

Vraag wat de leerlingen zelf vinden dat er zou moeten gebeuren.

Zou je willen dat het gedrag van mensen verandert? Dat ze zich vriendelijker en netter gaan gedragen? Denk je dat dat kan? Of zeg je dat dit nu eenmaal de cultuur op internet is, en dat we daar niet zo moeilijk over moeten doen?

Kun je je voorstellen dat jóuw generatie een internet kan creëren dat vriendelijker en positiever is dan de omgeving die sommige volwassenen hebben gecreëerd? 

Denk je dat sommige kinderen zich online grof en kwetsend gaan gedragen doordat ze dat zien bij volwassenen? 

Denk je dat jij zelf iets kunt doen om te laten zien dat het ook anders kan; dat je ook moeite kunt doen om vriendelijk en aardig te zijn online, ook bij mensen die je niet kent of met wie je het oneens bent?
De volgende vragen zijn een serie en moeten achter elkaar worden beantwoord. Je kunt steeds even terugbladeren naar het antwoord dat je hebt gegeven op de vorige vraag.
Huiswerk les
Week Tegen Pesten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Zou jij willen dat het online gedrag van mensen verandert?

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Denk je dat dat kan?

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Denk je dat de cultuur op internet nu eenmaal anders is (minder respectvol) en dat we daar niet zo moeilijk
over moeten doen?

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Misverstanden ontstaan snel. Vrijwel iedereen van jullie heeft zowel goede als slechte ervaringen met communiceren via social media;

  • soms kunnen die ervaringen doorslaan naar overwegend negatief;

  • je kunt altijd hulp vragen;

  • het is goed om iemand te helpen op een manier die bij jou past;

  • als je niet met je eigen ouders kunt – of wilt – praten, kun je ook altijd iemand van school in vertrouwen nemen. Bijvoorbeeld je mentor, maar liefst ook nog iemand anders;

  • hoe jullie elkaar online behandelen, heeft invloed op de manier waarop jullie generatie de online cultuur bepaalt. Verander de wereld, begin bij jezelf ...
Samengevat
Huiswerk les
Week Tegen Pesten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Help ons de lessen verbeteren.
Geef uw feedback op De InternetHelden door een paar korte vragen te beantwoorden.