Herhaling zenuwstelsel, zenuwen en hersenen

Herhaling zenuwstelsel, zenuwen en hersenen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling zenuwstelsel, zenuwen en hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Centraal zenuwstelsel
Hersenen (grote, kleine en hersenstam)
ruggenmerg

Slide 3 - Tekstslide

In het CZS zijn schakelcellen

Slide 4 - Tekstslide

Van zintuig naar CSZ
=> gevoelszenuwen

Slide 5 - Tekstslide

Gevoelszenuwcel
De celkern ligt in het cellichaam

Het cellichaam ligt net buiten het CZS
Met een uitloper maakt de zenuwcel contact met het CSZ

Slide 6 - Tekstslide

Van CSZ naar spier of klier
=> bewegingszenuw

Slide 7 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel
De celkern ligt in het cellichaam.

Het cellichaam ligt in het CSZ 
(hersenstam of ruggenmerg)

Slide 8 - Tekstslide

Schakelcellen alleen in het CZS

Slide 9 - Tekstslide

Ruggenmerg

Slide 10 - Tekstslide

In de bewegingszenuwcel loopt de impuls van .......
A
van het CSZ naar de spieren
B
Van de spieren naar het CSZ
C
Van schakelcel naar schakelcel

Slide 11 - Quizvraag

Welke zenuwcel is de gevoelszenuwcel?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een gevoelszenuwcel?
A
Geleiden impulsen van zintuig naar centraal zenuwstelsel
B
Zorgen voor een respons op de impulsen van de zintuigen
C
Zorgen voor de verwerking van impulsen
D
Geleiden impulsen van zintuigen naar centraal zenuwstelsel

Slide 13 - Quizvraag

Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Schakelcellen bevinden zich
A
in het hele lichaam
B
binnen het CZ
C
alleen in de grote hersenen
D
alleen in de kleine hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Hersenen

Slide 16 - Tekstslide

Kleine hersenen
Evenwicht
Coördinatie van bewegingen

Slide 17 - Tekstslide

Hersenstam
Reflexen van het hoofd
Onbewuste maar belangrijke aansturingen zodat je altijd kan ademhalen, je hart klopt, je voedsel verteerd en hormonen maakt.

Slide 18 - Tekstslide

Grote hersenen
Geheugen
Emoties
Bewegen
Bewustwording van al je gevoel
Zien, horen, praten

Slide 19 - Tekstslide

Bewust = grote hersenen
Wanneer een impuls aankomt in de grote hersenen dan pas wordt je bewust van die prikkel.  In je hersenen zijn zones voor ieder deel van je lichaam.
horen

Slide 20 - Tekstslide

Hersenen bestaan uit

Slide 21 - Tekstslide

Reflexen beschermen 
Ooglidreflex
Pupilreflex
Slikreflex
Terugtrekreflex

Slide 22 - Tekstslide

Reflex is onbewust
Bij een reflex zijn de grote hersenen niet betrokken.

Een reflex:
De impuls neemt de kortste weg van zintuig naar spier

zintuig -> gevoelszenuw - schakelcel - bewegingscel

Slide 23 - Tekstslide

Reflex
Reflexen in het hoofd gaan van zintuig naar hersenstam en direct terug naar de spier in het hoofd

Reflexen in de rest van ons lichaam gaan van zintuig naar ruggenmerg en direct terug naar de spier

Slide 24 - Tekstslide

De kortste weg

Slide 25 - Tekstslide

De kortste weg

Slide 26 - Tekstslide

Verlamt
Als je ruggenmerg beschadigt dan kun je
verlamt raken. 
Afhankelijk waar je ruggenmerg beschadigd is.
Onderin je rug. Groene delen vallen uit.
Bovenin je rug. Paarse, oranje en groene
delen vallen uit, dit kan dodelijk zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Hernia
Een hernia beschadigt het ruggenmerg.
Soms wordt je maar eenzijdig verlamt.

Slide 28 - Tekstslide

Verlamt door hersenschade
Hersenschade bijv door zuurstofgebrek of tumor

Afhankelijk van welke zone in je hersenen aangetast is, krijg je bepaalde uitval. 
Je kunt bijvoorbeeld niet meer praten of je bent halfzijdig verlamt of kunt niet meer zien.

Slide 29 - Tekstslide