Lezen 4.2 - 1 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Lezen indeling tekst.

Onderwerp

Lesdoel

- Je weet uit welke drie delen de meeste teksten bestaan en wat de kenmerken van die delen zijn.

Indeling tekst

Inleiding

- Is het begin van de tekst

- Noemt meestal het onderwerp van de tekst.

- Bestaat vaak uit één alinea.

- Staat vaak apart van de rest van de tekst.

- Is vaak in andere letters gedrukt.

Indeling tekst

Kern

- Bestaat uit meer alinea's.

- Geeft meer informatie over het onderwerp van de tekst.

Indeling tekst

Slot

- Laatste deel van de tekst.

- Sluit de tekst af.

- Bestaat meestal uit één alinea.

- Geeft meestal een conclusie of een samenvatting, die je soms kunt herkennen aan de woordjes dus of kortom. 

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Laatste deel van de tekst.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Is het begin van de tekst.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Bestaat uit meer alinea's.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Noemt meestal het onderwerp van de tekst.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Bestaat uit één alinea.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Staat vaak apart van de rest van de tekst.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Geeft meer informatie over het onderwerp van de tekst.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Is vaak in andere letters gedrukt.

1. inleiding
2. kern
3. slot

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk.

Geeft meestal een conclusie of een samenvatting,
die je soms kunt herkennen aan de woordjes dus of kortom.

1. inleiding
2. kern
3. slot

De indeling van tekst 1 ziet er zo uit:

inleiding: alinea 1 en 2
kern: alinea 3
slot: alinea 4

1. waar
2. niet waar

wat is een tussenkopje

1. kopje tussen het servies van mijn moeder.
2. kopje tussen de tekst
3. titel boven een alinea.
4. titel boven aan de tekst.

De inleiding

1. Vertelt waar de tekst over gaat.
2. Vertelt waar de tekst niet over gaat.
3. Staat onderaan de tekst
4. Staat op de volgende bladzijde