Lezen 4.2 - 1 kgt

Lezen 4.2 - 1 kgt
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen 4.2 - 1 kgt

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

- Je weet uit welke drie delen de meeste teksten bestaan en wat de kenmerken van die delen zijn.


Slide 2 - Tekstslide

Indeling tekst
Inleiding
- Is het begin van de tekst
- Noemt meestal het onderwerp van de tekst.
- Bestaat vaak uit één alinea.
- Staat vaak apart van de rest van de tekst.
- Is vaak in andere letters gedrukt.

Slide 3 - Tekstslide

Indeling tekst
Kern
- Bestaat uit meer alinea's.
- Geeft meer informatie over het onderwerp van de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Indeling tekst
Slot
- Laatste deel van de tekst.
- Sluit de tekst af.
- Bestaat meestal uit één alinea.
- Geeft meestal een conclusie of een samenvatting, die je soms kunt herkennen aan de woordjes dus of kortom

Slide 5 - Tekstslide

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Laatste deel van de tekst.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 6 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Is het begin van de tekst.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 7 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Bestaat uit meer alinea's.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 8 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Noemt meestal het onderwerp van de tekst.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 9 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Bestaat uit één alinea.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 10 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Staat vaak apart van de rest van de tekst.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 11 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Geeft meer informatie over het onderwerp van de tekst.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 12 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Is vaak in andere letters gedrukt.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 13 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk.

Geeft meestal een conclusie of een samenvatting,
die je soms kunt herkennen aan de woordjes dus of kortom.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 14 - Quizvraag

Je krijgt nu een aantal vragen die gaan over tekst 1 van je boek op blz. 142.
.

Slide 15 - Tekstslide

Lees tekst 1 verkennend.

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 16 - Quizvraag


Uit hoeveel delen bestaat tekst 1?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Wat valt je op aan
het eerste deel van tekst 1?

Slide 18 - Woordweb

Als je de titel hebt gelezen, kun je twee vragen stellen:
Welke drie records? Op welke hoogte?

In welke alinea's wordt het antwoord op die vragen gegeven?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
2, 3 en 4
D
3 en 4

Slide 19 - Quizvraag

De indeling van tekst 1 ziet er zo uit:

inleiding: alinea 1 en 2
kern: alinea 3
slot: alinea 4
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Terugblik lesdoel

- Je weet uit welke drie delen de meeste teksten bestaan en wat de kenmerken van die delen zijn.


Slide 21 - Tekstslide

Uit hoeveel delen bestaan de meeste teksten?

Slide 22 - Open vraag

Hoe noem je het eerste deel van een tekst?

Slide 23 - Open vraag

Welke informatie vind je vaak in de inleiding?

Slide 24 - Open vraag

Hoe kun je de inleiding meestal herkennen? (2 dingen)

Slide 25 - Open vraag

Hoe noem je het middenstuk van een tekst?

Slide 26 - Open vraag

Hoe noem je het laatste deel van een tekst?

Slide 27 - Open vraag

Aan welke twee woorden kun je een conclusie of samenvatting vaak herkennen?

Slide 28 - Open vraag

Aan het werk
- Maak van paragraaf 4.2, opdr. 5, 6 en 7 (blz. 143). 
= huiswerk donderdag

- Klaar? --> ga lezen

Slide 29 - Tekstslide