Woordenschat lekker

Lekker
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lekker

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord hoort er niet bij?
A
een makkie
B
eenvoudig
C
de uitdaging
D
simpel

Slide 2 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 3 - Open vraag

sfeer

Slide 4 - Woordweb

Wat is het tegengestelde van fraai?
A
lelijk
B
precies
C
tevreden
D
mooi

Slide 5 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 6 - Open vraag

humeur

Slide 7 - Woordweb

Welk woord past bij: Met zout. Het eten smaakt zout.
A
zoet
B
hartig
C
suiker
D
smaak

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor blij?
A
boos
B
moe
C
lief
D
tevreden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is: anders dan gewoon
A
Als het is zoals altijd
B
Als iets steeds hetzelfde gaat
C
Bijzonder
D
Als je precies weet hoe het gaat

Slide 10 - Quizvraag

Wat is: een mengsel waarvan je iets kunt bakken?

Slide 11 - Open vraag