1HV Lezen H4

Goedemorgen!
Vandaag: 
Lezen H4
Herhalen uitleg literatuurdossier
Zelfstandig werken

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Vandaag: 
Lezen H4
Herhalen uitleg literatuurdossier
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Lezen H4 
Tekstverbanden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is er fout? 

Slide 3 - Tekstslide

H4 THEORIE 
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.

Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in een tekst, kun je de tekst beter begrijpen. Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverband
Signaalwoord 
Een chronologisch verband beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde. 
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort, ook jaartallen en data.
In een opsommend verband worden dingen achter elkaar opgenoemd. 
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook (nog), verder, ten slotte, en, niet alleen... (maar), liggende streepjes (-), getallen (1,2 etc) en dots 
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd. 
Maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant. 
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. 
Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noemen we dit tekstverband? 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe noemen we dit tekstverband? 

Slide 7 - Tekstslide

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Slide 8 - Tekstslide

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Slide 9 - Tekstslide

Welk  tekstverband staat er in deze tekst? 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord?
Ik wilde graag gaan sporten, maar ik moest huiswerk maken.
A
ik
B
maar
C
moest
D
maken

Slide 11 - Quizvraag

Welk verband geeft 'maar' aan?
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
chronologie

Slide 12 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?
Wij hebben diverse sporten gedaan. Ten eerste hebben we gevoetbald, daarnaast gevolleybald en ten slotte gebasketbald.
A
opsomming
B
voorbeeld/toelichtend
C
tegenstelling

Slide 13 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?
Wij hadden betere dingen te doen, zoals een potje FIFA spelen.
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
chronologie

Slide 14 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.
A
toelichtend
B
tegenstellend
C
chronologisch
D
opsommend

Slide 15 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
A
tegenstellend
B
opsommend
C
chronologisch
D
toelichtend

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!


We maken nu samen opdracht 1 van blz. 103 uit het boek.

Slide 17 - Tekstslide

Literatuurdossier

Proza
Poëzie
Boekopdracht

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

1. Werk verder aan je literatuurdossier.
2. Oefen met de woordsoorten: itslearning > planner > extra uitleg en oefenstof > grammatica woordsoorten
3. Oefen met werkwoordspelling/zinsontleding/spelling

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Voor dinsdag 8 maart:

Maak van lezen H4 opdr. 2 en 4.

Atheneumadvies of wil je atheneum gaan doen? Probeer dan ook eens opdr. 3 en 5 te maken.

Slide 20 - Tekstslide