Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
EKBE 1: kosten categoriën
Je heb kennis van:
kostensoorten
vaste en variabele kosten
direct en indirecte kosten
kostprijsberekeningen
break-evenpoint (berekening/ grafisch)
afschrijvingen en berekenen
financieringsvormen/ rechtspersonen
kengetallen, zoals het debiteurensaldo en de omloopsnelheid debiteuren
diverse kengetallen, zoals het crediteurensaldo en inkopen op rekening
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Je heb kennis van:
kostensoorten
vaste en variabele kosten
direct en indirecte kosten
kostprijsberekeningen
break-evenpoint (berekening/ grafisch)
afschrijvingen en berekenen
financieringsvormen/ rechtspersonen
kengetallen, zoals het debiteurensaldo en de omloopsnelheid debiteuren
diverse kengetallen, zoals het crediteurensaldo en inkopen op rekening
Slide 1 - Tekstslide
Noteer 3 kosten catergorieën
Slide 2 - Woordweb
Kostensoorten
kosten van grond,
kosten van
grond- en hulpstoffen,
kosten van arbeid,
kosten van diensten van derden,
kosten
van vaste activa,
kosten van belastingen,
kosten van financiering
Slide 3 - Tekstslide
Onderhoud van een bedrijfspand behoort tot de Kostencategorie
A
Kosten van grond
B
Kosten van grond- en hulpstoffen
C
kosten van vaste activa
D
kosten van diensten van derden
Slide 4 - Quizvraag
Huur van een bedrijfspand behoort tot de Kostencategorie
A
Kosten van grond
B
Kosten van grond- en hulpstoffen
C
kosten van vaste activa
D
kosten van diensten van derden
Slide 5 - Quizvraag
De reiskosten van een werknemer wordt gerekend tot:
A
Kosten van arbeid
B
Kosten van diensten van derden
C
Kosten van vaste activa
D
Indirecte kosten
Slide 6 - Quizvraag
Een hotel heeft een eigen minibus voor de hotelgasten. Daartoe hebben ze een chauffeur in dienst genomen. Deze kosten behoren tot:
A
kosten van diensten van derden
B
kosten van vaste activa
C
kosten van grond- en hulpstoffen
D
kosten van arbeid
Slide 7 - Quizvraag
Een hotel heeft een eigen minibus voor de hotelgasten. Daartoe hebben ze een verzekering afgesloten. Deze assurantiekosten behoren tot:
A
kosten van diensten van derden
B
kosten van vaste activa
C
kosten van grond- en hulpstoffen
D
kosten van arbeid
Slide 8 - Quizvraag
Een hoveniersbedrijf heeft een mini kraan aangeschaft. De brandstof voor deze mini kraan behoren tot:
A
kosten van diensten van derden
B
kosten van vaste activa
C
kosten van grond
D
kosten van grond- en hulpstoffen
Slide 9 - Quizvraag
Een hotel heeft een hoveniersbedrijf de opdracht gegeven de tuin te onderhouden. Deze kosten behoren tot:
A
kosten van diensten van derden
B
kosten van vaste activa
C
kosten van grond
D
kosten van arbeid
Slide 10 - Quizvraag
Welk van de onderstaande posten wordt gerekend tot de kosten van belastingen:
A
betaling inkomstenbelasting
B
betaling omzetbelasting
C
betaling motorrijtuigenbelasting
D
betaling vennootschapsbelasting
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
EKBE 5: break-evenpoint
Januari 2021
- Les met
29 slides
Bedrijfseconomie
MBO
EKBE 2: constante en variabele kosten
Januari 2021
- Les met
18 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
Toets resultaat
Januari 2021
- Les met
13 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Hotel
Mei 2024
- Les met
17 slides
Mens & Maatschappij
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Start in 3EW
Augustus 2023
- Les met
29 slides
Economie
Secundair onderwijs
T2L6
Juni 2023
- Les met
21 slides
Economie
Secundair onderwijs
9. kosten besparen
Mei 2018
- Les met
14 slides
De grote Economie & Organisatie quiz 2A
Juni 2023
- Les met
36 slides
Economie
Secundair onderwijs