Je kunt de vier belangrijkste kenmerken van het deeltjes model noemen.
1.2.2
Je kunt de toestandsaanduiding (fasen) met hun betekenis beschrijven.
1.2.3
Je kunt de zes faseovergangen benoemen.
1.2.4
Je kunt uitleggen welke invloed verandering van temperatuur heeft op de snelheid en onderlinge aantrekkingskracht van moleculen.
1.2.5
Je kunt uitleggen waarom veranderingen in de snelheid van moleculen en hun onderlinge aantrekkingskracht een faseovergang tot gevolg kunnen hebben.
Slide 2 - Tekstslide
Deeltjesmodel
Er bestaan veel verschillende stoffen. Iedere stof heeft weer zijn kenmerkende eigenschappen. Om die eigenschappen te kunnen beschrijven maken we gebruik van het deeltjesmodel. We beschrijven dan hoe een stof 'in elkaar zit'.
blz 19
Slide 3 - Tekstslide
Deeltjesmodel
De belangrijkste eigenschappen die je moet weten:
Elke stof is opgebouwd uit hele kleine deeltjes, dit noemen we moleculen.
Elke tof bestaat uit zijn eigen soort moleculen.
Moleculen bewegen voortdurend. Als de temperatuur stijgt gaan de moleculen sneller bewegen.
Moleculen trekken elkaar aan.
blz 19
Slide 4 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
Stoffen kunnen in drie toestanden voorkomen: vast, vloeibaar en vast.
Deze toestanden noemen we de fasen.
blz 19
Slide 5 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
De fase van een molecuul hangt af van de manier waarop de moleculen bewegen.
blz 20
Slide 6 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
Vast
Moleculen zitten dicht tegen elkaar;
Moleculen zitten op een vaste plek;
Er zit weinig ruimte tussen de moleculen;
De moleculen trekken elkaar stevig aan.
blz 20
Slide 7 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
Vloeibaar
Moleculen zitten dicht tegen elkaar;
Moleculen bewegen langs elkaar heen;
Er zitten weinig ruimte tussen de moleculen;
De moleculen trekken elkaar minder stevig aan.
blz 20
Slide 8 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
Gas
Moleculen zitten niet dicht tegen elkaar;
Moleculen bewegen langs elkaar heen;
Er zitten relatief veel ruimte tussen de moleculen;
De moleculen trekken elkaar nauwelijks aan.
blz 20
Slide 9 - Tekstslide
Fasen en toestandsaanduiding
Toestandsaanduiding
blz 21
Vast
(s) 'solid'
Vloeibaar
(l) 'liquid'
Gas
(g) 'gaseous'
Opgelost in water
(aq) 'aqua'
Slide 10 - Tekstslide
Faseovergangen
Bij een faseverandering gaan moleculen anders bewegen waardoor de fase van de stof verandert. De moleculen zelf veranderen niet. Een faseverandering noemen we eenfaseovergang.