In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Programma
- 29 april toets lezen: nog 5 lessen
- Herhaling theorie
- Oefenen met opdrachten
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Boek gelezen?
- Tekst bespreken
- Argumentatie herhalen
- Functiewoorden herhalen
- Opdracht 1 en 2 maken
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
- Tekststructuren (H1 en 2)
- Argumenteren (H3 en 4)
- Functiewoorden (H5 en 6)
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling theorie
- Tekststructuren
- Argumenteren
Slide 4 - Tekstslide
Argumenteren
Een schrijver wil je overtuigen van zijn standpunt.
Er zijn twee soorten argumenten: feitelijke en waarderende argumenten. Een feitelijk argument kun je controleren (het is waar of het is niet waar); een waarderend argument kun je niet controleren.
Slide 5 - Tekstslide
Argumenteren
Als een schrijver zijn standpunt met één argument onderbouwt, noemen we dat enkelvoudige argumentatie.
Meestal gebruikt een schrijver meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten. Dat heet nevenschikkende argumentatie.
Slide 6 - Tekstslide
Argumenteren
Een schrijver kan een argument onderbouwen met een ondersteunend argument.
Dit heet onderschikkende argumentatie.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het standpunt?
Ik vind Wij leugenaars een geweldig boek, want het is spannend, het zit goed in elkaar en het gaat over levensechte personages.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het standpunt?
A
Ik vind Wij leugenaars een geweldig boek
B
Het is spannend
C
Het zit goed in elkaar
D
Het gaat over levensechte personages
Slide 9 - Quizvraag
Neven- of onderschikking?
Ik vind Wij leugenaars een geweldig boek, want het is spannend, het zit goed in elkaar en het gaat over levensechte personages.
Slide 10 - Tekstslide
Is er sprake van een neven- of onderschikking?
A
Nevenschikking
B
Onderschikking
C
Neven- en onderschikking
Slide 11 - Quizvraag
Neven- of onderschikking?
Ik vind Wij leugenaars een geweldig boek, want het is spannend, er zijn namelijk veel open plekken en je wilt graag weten hoe het afloopt.