In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hst 1: materialen en stoffen
Slide 1 - Tekstslide
Stofeigenschappen
als je wilt weten welke stof het is, of bijvoorbeeld of er een nieuwe stof ontstaan is, dan moet je goed kunnen waarnemen. Je gaat dan letten op de meest kenmerkende stofeigenschappen.
Slide 2 - Tekstslide
stofeigenschappen bepalen voor welke toepassing een stof of materiaal geschikt is
synthetische stoffen = kunstmatige materialen
composiet = mengsel van twee verschillende soorten materiaal
additieven = toevoegingen zoals bijv. weekmakers
tegenwoordig kiezen we graag voor duurzame of zelfherstellende materialen (zoals het zelfherstellende beton hiernaast)
een zuivere stof bestaat uit 1 soort deeltje/moleculen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
homogeen mengsel= de
verschillende bestanddelen zijn niet meer te onderscheiden doordat de deeltjes van een van de stoffen zo klein zijn -->, altijd doorzichtig
vb oplossing (=vast in vloeistof, vloeistof in vloeistof, gas in vloeistof), een legering (=mengsel van metalen) of een gasmengsel
heterogeen mengsel= de afzonderlijke bestanddelen zijn in verschillende fase of mengen niet met elkaar
verschillende bestanddelen zijn als je heel goed kijkt wel te onderscheiden--> altijd troebel
vb emulsie, suspensie, gel, schuim, nevel, rook,
Slide 5 - Tekstslide
soorten heterogene mengsels en hun samenstelling
suspensie= vast in vloeistof
gel= vloeistof in vast
emulsie= druppeltjes vloeistof in vloeistof (toevoegen van emulgator als eiwit of zeep houdt het gebonden)
schuim= gas in vloeistof
nevel = vloeistof in gas
rook= vast in gas
Slide 6 - Tekstslide
zuivere stoffen:
1 soort moleculen
daarom altijd hetzelfde smeltpunt (= ook het stolpunt) en ook steeds hetzelfde kookpunt (kun je vinden in Binas, het zijn dus stofeigenschappen)
mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen en hebben daardoor een smelt- en kooktraject.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
begrippen en formules die je moet kennen
TGG= tijd gewogen gemiddelde
MAC= maximaal aanvaardbare concentratie
volume percentage en massa percentage: gebruik de algemene formule %
in g/L of g/kg
percentage=geheel(deel)⋅100
concentratie=geheel(deel)
dichtheid=volumemassa
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
reacties: verschil verbranden en thermolyse
bij verbranden komt de brandstof tot ontbrandingstemperatuur en is er zuurstof aanwezig. beginstof + zuurstof --> eindproduct(en)
bij ontleden is er altijd 1 beginstof en zijn er 2 of meer eindproducten. beginstof--> eindproducten
ontleden met hitte heet thermolyse; in dat geval komt de stof niet in aanraking met zuurstof en zijn er geen vuurverschijnselen