Nask2 H3 Nova

Hoofdstuk 3
Mengsels scheiden

-Pen en papier op tafel
-GEEN laptop!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Mengsels scheiden

-Pen en papier op tafel
-GEEN laptop!

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
- Uitleg 3.1
Soorten mengsels
Maken opgave 1 tot en met 10 van 3.1

Slide 2 - Tekstslide

Soorten mengsel

Wanneer we stoffen mengen, kunnen we verschillende soorten mengsels krijgen.
1) Homogeen mengsel
oplossing
legering
2) Heterogeen mengsel
suspensie
emulsie
Rook
Nevel
Schuim

Slide 3 - Tekstslide

Heterogeen mengsel
Dit is een mengsel van meerdere stoffen die niet volledig zijn gemengd. 
Je kunt de bestanddelen van elkaar onderscheiden. 
Deze mengsels zijn troebel.

Slide 4 - Tekstslide

 Heterogeen mengsel
suspensie
emulsie
Rook
Nevel
Schuim

Slide 5 - Tekstslide

suspensie
Een suspensie is een troebel mengsel. In een suspensie is een vaste stof fijn verdeeld in een vloeistof. De deeltjes van de vaste stof zijn zo klein dat je ze niet kunt zien. Maar elk deeltje bestaat nog wel uit heel veel moleculen. Wanneer je een suspensie laat staan, zakken de vaste bestanddelen vaak naar beneden. Dit noemen we bezinken. Voorbeelden van suspensies zijn muurverf en modder.

Slide 6 - Tekstslide

Emulsie
Een emulsie is een mengsel van druppeltjes van een vloeistof in een andere vloeistof. Emulsies kunnen spontaan ontmengen. De stoffen blijven dan niet gemengd en je krijgt een laag van de ene vloeistof en een laag van de andere vloeistof. 
 Die emulgator houdt de stoffen in de emulsie bij elkaar.

Slide 7 - Tekstslide

Nevel
heterogeen mengsel van een vloeistof in een gas

Bij mist heb je bijvoorbeeld te maken met een mengsel van waterdruppeltjes in de lucht. Ook deodorant-spray is een voorbeeld van nevel.

Slide 8 - Tekstslide

Rook
Rook is een mengsel van heel kleine deeltjes vaste stof in een gas, bijvoorbeeld sigarettenrook of een stofwolk.

Slide 9 - Tekstslide

Schuim
Schuim is een mengsel van gas in een vloeistof (bijvoorbeeld zeepsop) of een mengsel van een gas in een vaste stof (bijvoorbeeld piepschuim).

Slide 10 - Tekstslide

Homogeen mengsel

Er kan een mengsel ontstaan waarbij de stoffen door en door gemengd zijn. 
Dit is een mengsel van meerdere stoffen die volledig zijn gemengd. Je kunt de bestanddelen niet meer van elkaar onderscheiden. Deze mengsels ontmengen nooit vanzelf.

Slide 11 - Tekstslide

Homogeen mengsel
Oplossing

Legering

gasmengsel

Slide 12 - Tekstslide

Oplossing
Een oplossing is altijd helder, maar kan wel een kleur hebben. De vloeistof waarin je een stof oplost, noemen we het oplosmiddel
Frisdrank en de suiker in thee zijn voorbeelden van oplossingen.

Slide 13 - Tekstslide

Legering
Een legering ontstaat wanneer je twee metalen smelt en die bij elkaar giet. 
Voorbeelden van legeringen zijn muntgeld en roestvaststaal (rvs).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

3.1 mengsels scheiden

Slide 16 - Tekstslide

gehalte
Dit is de verhouding tussen de bestanddelen in een mengsel. Gehalte kan betrekking hebben op concentratie, massapercentage of volumepercentage.

Slide 17 - Tekstslide

3.1 mengsels scheiden
door slim gebruik te maken van verschillen in stofeigenschappen

-was drogen
-groente wassen
-kleding wassen
-koffie zetten

Slide 18 - Tekstslide

Concentratie
Om het concentratie van een bepaalde stof te berekenen gebruiken we vaak een verhoudingstabel of een formule

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 0,1 L
Wat is de concentratie in g/L? Dus per 1000 mL.
Pulp (g)
37
Sinaasappelsap (mL)
0,1
1000

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L?

Pulp (g)
37
0.37
Sinaasappelsap (mL)
100
1
1000
/100
/100

Slide 21 - Tekstslide

Eentje samen
In mijn sinaasappelsap zit 37 gram pulp per 100 mL
Wat is de concentratie in g/L? Antwoord: 370 g/L

Pulp (g)
37
0.37
370
Sinaasappelsap (mL)
100
1
1000
x 1000
x 1000

Slide 22 - Tekstslide

Je doet 12 gram suiker in 500 mL water. Wat is de concentratie?

Slide 23 - Open vraag