introductie les

Introductie
Kunstvak
H5/ V6
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
kunstSecondary Education

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Introductie
Kunstvak
H5/ V6

Slide 1 - Tekstslide

Voorstelrondje
Saskia Monhemius
saskia@monhemius.nl

Slide 2 - Tekstslide

PTA
- opbouw
- weging
- hoe haal je een voldoende?

Slide 3 - Tekstslide

Edmodo
inlogcode: qvybwa
presentaties
inleveren
chatfunctie

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: Invalshoeken
Inleidende les kunst theorie

Slide 5 - Tekstslide

Wat is kunst?

Slide 6 - Woordweb

Wat is kunst?
Welke kunstdisciplines zijn er?
Hoe ontstaat een kunstwerk?
Wat wil de kunstenaar ermee?
Wat vind ik er zelf van en waarom?

Voor 1900: kunst was natuurgetrouw en volgens geldende norm - kwaliteit
20e eeuw: ook niet zichtbare factoren, veel technische mogelijkheden en materialen.

Slide 7 - Tekstslide

Om onze mening over iets te vormen willen we achtergrondinfo; uitgangspunten, beeldende elementen ed.

Om kunstgeschiedenis te begrijpen – weet wat je ziet!

Slide 8 - Tekstslide

Welke kunstdisciplines zijn er?

Slide 9 - Woordweb

We onderscheiden 8 kunstdisciplines:
Beeldende kunst, fotografie, muziek, architectuur, theater, film, literatuur en dans
Grenzen vervagen; crossovers (musical)
We behandelen beeldende kunst (fotografie), dans, theater (film) en muziek.
Iedere discipline heeft stijlen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat inspireert een kunstenaar?

Slide 11 - Woordweb

Bezieling/ inspiratie nodig voor kunst

- impulsen van buitenaf
- eigen denk- en gevoelswereld
- esthetische
- Religieuze
- medeleven met anderen
- kritiek op de samenleving
- zin voor rechtvaardigheid
- het werk van andere kunstenaars

Slide 12 - Tekstslide

Op originele wijze verwerken.

De waarneembaar gemaakte vorm van de bezielde gedachte

Waarneming met zintuigen, verwerking door geest

Kunstwerk roept reactie op.
Kunstenaar is creatief
Beschouwer is receptief

Slide 13 - Tekstslide

Mensen willen creëren: oudste grotschilderingen.
Wil, gedachte, geloof.
Eerst bepaald door gebruik, later versiering, verering of imponeren.
Later waren kunstenaars voor vergroten van status.
Feiten en verhalen voor analfabeten.
Kunst was dienend
 

Slide 14 - Tekstslide

Nu vaak activerend, beschouwer wordt aan het denken gezet.
Het gaat niet langer om de mooie buitenkant, wij worden geprikkeld daar doorheen te zien.

Slide 15 - Tekstslide

Soms is een kunstwerk spontaan, soms na herzieningen.
 Afhankelijk van het temperament van de kunstenaar of de aard van het onderwerp. Blijft het bij de een bij een eerste versie (uitvoering), een tweede geeft zijn idee pas vorm nadat hij er een hele tijd mee heeft rondgelopen en het dus al innerlijk tot rijping kwam.
Een derde maakt vooraf een lange reeks voorstudies en een vierde laat op een al voltooid schilderij of beeld nog andere concepties van hetzelfde motief volgen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werk jij, als je iets gaat maken?

Slide 17 - Woordweb

Middeleeuwen – kunstenaar anoniem – ambachtsman – bijbelse kunst – ideoplastisch - symboliek

Later naast de kerk ook wereldlijke opdrachtgevers.
17e eeuw – rijke burgers
Kunstenaar – afhankelijk opdrachtgever
Marktwerking
19e eeuw – vrije kunstenaars
Musea – galleries

Slide 18 - Tekstslide

Allerlei invloeden op ontstaan kunstwerk.

- Levensbeschouwelijk: religieus, ritueel, viering
- Esthetisch: (anti) schoonheid, inleving, herkenning, vervreemding
- Politiek: Status, protest, bewustwording
- Economisch: Werk reclame
- Educatief: Opvoeding, therapie, zelfreflectie, voorlichting, informatief
 

Slide 19 - Tekstslide

- Vermaak: amusement, decoratief, expressief, verpozing
- Multiculturele samenleving: de invloeden van diverse culturen
- Wetenschap en techniek: Wat kan er tegenwoordig allemaal?

Slide 20 - Tekstslide

Soms worden kunstwerken duidelijk vanuit een bepaalde invalshoek gemaakt, maar het gebeurt ook dat een kunstwerk vanuit verschillende invalshoeken te beschouwen is.

Slide 21 - Tekstslide

Kunst en religie of levensbeschouwing

Kunstenaars houden zich bezig met religie.
Vroeger was de kerk een grote opdrachtgever. Tegenwoordig ontstaan kunstwerken vaak vanuit behoefte van een kunstenaar.
Ook kan de beschouwer bevooroordeeld zijn door eigen geloof.

Slide 22 - Tekstslide

Kunst en esthetica
Esthetica is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met schoonheid en kunst.
Wat ervaar je en hoe voelt dit.
Al bij Plato en Aristoteles zijn ideeën over schoonheid en kunst te vinden.
Vanaf de Romantiek werd de betekenis van esthetica beperkt tot "de leer van het schone" waarmee schoonheid of juist het ontbreken ervan wordt aangeduid. 

Slide 23 - Tekstslide

Een kunstwerk hoeft niet esthetisch te zijn om goed te zijn, het moet origineel zijn.

Dat kan komen door de keuze van de kleuren of door het rangschikken van lijnen en vormen over het vlak (compositie).
Het kan het gekozen motief zijn dat bij de toeschouwer aanslaat.
Als 'lelijk' of 'slecht' treffen ons karakterloosheid of fantasieloosheid.
Daarmee verlaten wij maar al te gemakkelijk het gebied van de kunst. We hebben dan te maken met 'schijnkunst', doorgaans kitsch genoemd.

Slide 24 - Tekstslide

Kunst en politieke, economische of sociale invloed
Vrij land – vrije kunst – problemen weergeven.

In landen waar deze vrijheid er niet is, kunnen kunstenaars hun talent inzetten om voor vrijheden te vechten. Of kunstenaars zetten zich in om dingen aan te prijzen; propaganda.

Sinds de 2e helft van de 20e eeuw zetten kunstenaars zich in voor commerciële belangen; reclame.

Slide 25 - Tekstslide

De grens tussen high culture en low culture verdwijnt.
Met het ontstaan van massamedia zijn groepen mensen te bereiken. Hierbij hoeft geen onderscheid gemaakt te worden om wie het dan gaat.

Als het dus gaat om politieke, sociale of economische zaken, een kunstenaar heeft in veel gevallen de vrijheid om zich hiervoor, of juist tegen uit te spreken en te proberen op die manier een reactie bij de beschouwer teweeg te brengen.

Slide 26 - Tekstslide

Kunst en educatie

Kunstenaars proberen iets bij de beschouwer teweeg te brengen. Het kan zijn dat ze door middel van hun werk mensen proberen op te voeden, of kritisch naar zichzelf willen laten kijken. Het kan ook zijn dat ze dingen onder de aandacht willen brengen, die niet bij iedereen bekend zijn, dus door hun werk geven ze voorlichting of informatie. Dit kan op tal van manieren overgebracht en uitgewerkt worden en hangt vaak nauw samen met de samenleving.

Slide 27 - Tekstslide

Kunst en vermaak

Sommige kunstenaars willen met hun werk voornamelijk vermaak bieden. Ze willen in dat geval een prettige ervaring aan de beschouwer mee geven. Dit gaat vaak nauw samen met commercie, om zeker te stellen dat een werk verkoopt moeten mensen het willen hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de muziek- en filmindustrie, waar enorme bedragen in om gaan om mensen te vermaken.

Slide 28 - Tekstslide

Kunst en de multiculturele samenleving

Alle culturen beinvloeden elkaar.
Het Caribisch gebied is door het koloniale verleden een smeltkroes van tal van culturen geworden. Hierdoor vindt kruisbestuiving plaats. Naast de culturen die feitelijk met elkaar in aanraking komen, is het door de opkomst van nieuwe media ook steeds makkelijker om te zien wat zich in de wereld af speelt. Al deze invloeden kunnen kunstenaars natuurlijk verwerken en ombuigen tot iets nieuws.

Slide 29 - Tekstslide

Kunst, wetenschap en techniek

Kunstenaars kunnen zich laten beïnvloeden door nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen die hun aandacht trekken, of juist die zij afkeuren. Daarnaast zijn er tal van nieuwe technieken en ontstaan er dagelijks meer, die kunstenaars kunnen inzetten om werk te maken. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden van 3d printen, maar ook aan special effects bij films. Nieuwe technieken kunnen voor kunstenaars enorm aantrekkelijk zijn om mee te gaan experimenteren.

Slide 30 - Tekstslide

vragen zo ver?

Slide 31 - Woordweb